De laatste Kletsheads [Transcript]

november 5, 2023

00:00:15 – 00:03:37
Sharon: Welkom bij Kletsheads, de podcast over meertalige kinderen. Mijn naam is Sharon Unsworth, taalwetenschapper aan de Radboud Universiteit, Nijmegen, en moeder van twee meertalige kinderen. Hier is de allerlaatste aflevering van Kletsheads. In deze extra lange aflevering vertellen drie ouders die al eerder te gast waren op de podcast hoe de meertalige reis van hun gezin sinds de tien is verlopen. Ik blik terug op afgelopen vier jaar, reflecteer op de toekomst en als afsluiten worden we een gedicht geschreven over meertalige kinderen, opgedragen aan meertalige kinderen en geïnspireerd door de podcast. Toen ik in 2019 met Kletsheads begon, had ik nooit gedacht dat ik vier jaar later er nog mee bezig zou zijn, maar de reacties die ik in de loop der jaren kreeg en nog steeds krijg, merkte me heel duidelijk dat de podcast in een behoefte voorzag. Tot Kletsheads zo’n succes is geweest, ben ik ontzettend trots op, maar aan al het goede komt een eind, en na meer dan 50 afleveringen in het Nederlands, meer dan 30 in het Engels, vind ik het mooi geweest. Waarom? Eigenlijk nou vooral omdat het maken van een podcast heel veel tijd kost. Die tijd wil ik nu besteden aan andere projecten, maar ook omdat ik denk dat we na zoveel afleveringen inmiddels alle belangrijke onderwerpen hebben behandeld. Tijdens het maken van Kletsheads heb ik zelf ook veel geleerd van onderzoeksonderwerpen waar ik zelf nog niet zo bekend mee was, tot het verwerken van adio bestanden, het maken van een website en het interviewen het maken van een potcast is veelzijdig en ik denk dat dat één van de redenen is waarom ik het zo leuk heb gevonden om te doen. Het is een mooie manier om mijn creatieve energie kwijt te kunnen. Maar wat ik het leukst heb gevonden afgelopen vier jaar zijn de gesprekken die ik heb gevoerd met collega-wetenschappers ouders, leerkrachten, allerlei andere professionals die met meertaligheid bezig zijn, en natuurlijk ook de meertalige kinderen zelf. En voor deze laatste aflevering heb ik drie nieuwe gesprekken voor jullie. De gesprekken zijn nu, maar mijn gesprekspartners niet, want er zijn drie ouders van jonge kinderen die al eerder te gast waren in de rubriek lets klets of als kletst van de week, en zij zijn zo aardig geweest om nog een keer langs te komen om te vertellen hoe het nu gaat. We gaan eerst naar Canada voor een gesprek met Liz. Ik sprak voor het eerst met Liz in het tweede seizoen van Kletsheads. Zij komt oorspronkelijk uit Limburg, maar woont al tien jaar in Canada samen met haar Egyptische man en heeft een vierjarige zoon Otis. Toen ik met Liz voor het eerst sprak, was Otis pas anderhalf jaar oud. Dit is wat ze toen vertelde over de meertalige situatie bij hun thuis.

00:03:37 – 00:04:04
Liz: Ja, nou, mijn man, die is egyptisch en hij is zelf met het Arabisch en Engels opgegroeid. Hij heeft een aantal jaren zijn jeugd in Engeland gewoond maar hij spreekt voornamelijk Engels tegen Otis en soms ook wat Arabisch. En ik ben eigenlijk de enige die niet Nederlands met hem spreekt. Maar ik merk ook dat met mijn man heel veel Nederlands oppakt in het dagelijks leven hoor ik hem ook best wel veel woordjes in het Nederlands gebruiken. Tegen is dus dat is eigenlijk wat ze leuk. Ja.

00:04:04 – 00:04:11
Sharon: Wat voor woorden zijn dat? Bij onder spreken wij alleen maar Engels. Een knuffel bijvoorbeeld, zeggen we altijd in het Nederlands.

00:04:11 – 00:04:25
Liz: Ja, sommige woorden, maar mijn man gebruikt ook veel, een soort van code switching in het Engels. Hij zegt vaak dingen van oh. Dat is nog leuk. Of hoe kan ik lekker eten? En Nederlandse liedjes heel leuk.

00:04:26 – 00:04:26
Sharon: Dus het gaat goed?

00:04:27 – 00:04:32
Liz: Het gaat goed met Nederland van beide mannen in dit huis. Ze leren echt samen, dat is wel.

00:04:32 – 00:04:37
Sharon: Leuk en het Engels dan, dus dat hoort ie van papa, maar buiten het huis, denk ik ook?

00:04:38 – 00:05:18
Liz: Ja, nou nu, met de pandemie is er niet zo heel veel contact met mensen buiten het huis, maar hij gaat wel twee dagen in de week naar een gastouder en daar zijn vier andere kindjes en ze spreken daar Engels. Dus Engels is wel de dominante taal waarin die opgroeit ook omdat mijn man en ik samen Engels praten, en daarom vond ik het juist zo leuk dat mijn man ook wat Nederlands leert en dat het een soort van onze thuistaal begin te worden. Ik merk gewoon die dagelijkse dingen dat me dat heel goed begrijpt. Heel veel woorden klinken ook als in het Engels, dus dat is op zich niet heel erg moeilijk en heel af en toe. Als ik echt wil dat allebei verstaan, dan zeg ik het wel eens twee keer.

00:05:19 – 00:05:29
Sharon: Ja, en hoe gaat het met het Arabisch dan? Want je zei net je man die is zelf tweetal opgegroeid ben benieuwd naar zijn keuze om vooral Engels met Otis te praten.

00:05:29 – 00:06:52
Liz: Nou, toen dus net geboren was en toen hadden wij daar best wel discussies over, want ik wilde heel graag dat hij alleen Arabisch sprak tegen Otis als taalwetenschapper wetende over wat gewoon voordelen dat is en hoe moeilijk het is voor hem om op latere leeftijd Arabisch te leren, was ik daar heel erg op aan het hameren, maar men zei dat die het heel moeilijk vond om van taal te switchen. En ik denk ook omdat hij al zo lang in een Engelstalig gebied woont en als kind ook beide talen had dat voor hem, nu het Engels gewoon veel natuurlijker voelt. Maar één of twee keer in de week spreekt die met zijn grootouders in Egypte en dan zijn ze wel een uur of anderhalf uur op feesten en spelen en dan spreekt die wel Arabisch tegen hem, of gewoon van die kleine dingetjes als alles of zo. Dan zijn we wel van die kleine Arabische woordjes die daarin gaan, of wij noemen zijn vader Baba en van die kleine Arabische in woede. Maar ja, ik denk dat het te maken heeft met met eigen identiteit, met zich meer thuisvoelen nu in de Canadese cultuur. Het wel, voor mij, ik voel me nog heel erg Nederlander en een soort van bezoeker in Canada en voor mij is het gevoel als ik Nederlands spreek ook anders dan als ik Engels spreek en ik denk dat dat niet heeft.

00:06:52 – 00:06:59
Sharon: Je zei, dat is best wat Nederlands woordjes en zinnetjes zelf, dus het gaat goed met zijn meertaligheid.

00:07:00 – 00:07:14
Liz: Ja, ja, hij begrijpt alleen nog niet wat die tegen wie kan zeggen, want hij zegt dan bijvoorbeeld tegen een vriendje van het dagverblijf kom mee, kom mee en ja, kindje heeft zoiets van, maar dat leert je binnenkort wel wie wat bestaat.

00:07:14 – 00:07:20
Sharon: En hoe reageren andere op zijn meertaligheid of het feit dat jullie meertalig opvoeden?

00:07:20 – 00:08:00
Liz: Heel positief en wat ook wel leuk is, is dat hier in Ontario zijn heel veel mensen van Nederlandse afkomst, maar meer bijvoorbeeld mensen die ook al daarvoor, maar ook na de tweede wereldoorlog hier naartoe zijn verhuisd. Dus de mensen met wie ik nu omga zijn op tweede of derde-generatie en ze herkennen de taal, maar zelf weten ze vaak niet meer dan de woorden opa oma en oliebol dus ze zijn altijd heel geïnteresseerd en we zijn toevallig aantal maanden geleden na een nieuwe buurt verhuisd en we zijn ook een aantal Nederlanders en ook een paar die het best redelijk goed spreken, en die vinden het ook heel leuk om met auto’s in het Nederlands te praten als we ze toevallig op de straat tegenkomen.

00:08:00 – 00:08:05
Sharon: En wat is volgens jou de grootste uitdaging, nu als ouder van een meertalig kindje?

00:08:05 – 00:08:36
Liz: Ik denk vooral de uitdaging zal zijn als die wat ouder is en misschien Engels een dominante taal is, om ervoor te zorgen dat hij dat in het Nederlands met mij blijft praten. Ik kan hem niet wijsmaken dat ik Engels niet versta, ik spreek het ja met mijn man ook, dus daar denk ik wel eens over na van oh. Ik hoop dat die zelf ook de waarde ervan gaan inzien en dat die wil blijven spreken, zeker omdat Engelse dominantie zijn opgegeven.

00:08:36 – 00:09:12
Sharon: Liz, wat ontzettend leuk om je te zien en te horen naar drie jaar, de laatste keer dat je in de podcast was. Ik ben heel benieuwd om te horen hoe het nu gaat en of er dingen zijn veranderd. En zo ja, wat het? Toen we elkaar in 2020, dat jaar, toen we met elkaar spraken, toen sprak jij Nederlands tegen Otis en je man met Engels, met een beetje Arabisch van van zijn grootouders hoe is de situatie nu?

00:09:13 – 00:10:18
Liz: Ja, we spreken nog steeds dezelfde talen natuurlijk tegen Otis is een groter verschil met toen was dat ik toen dus één jaar was, was ik veel meer thuis. Dus zijn zijn eerste woordjes en zijn eerste korte zinnetjes waren toen nog best wel veel in het Nederlands en inmiddels, in 2021, heb ik een fortuin baan gekregen en gaat hij ook fortuin naar naar de opvang. Dus toen is het Engels nog meer versterkt. Maar zeker ook zijn Nederlands is ook ontwikkeld in wat die wat die verstaat en ook bepaalde klanken niet in Engelse bestaan. Toen die één was, kon hij niet in elkaar houden, zoals woorden als oog en oor hij hij. Als ik vroeg, waren je oog zei-die, al wist die altijd hier, want ik zeg maar aan zijn oor zei-die: dat ook of eigen uit. Dat was nog nog lastig, maar.

00:10:19 – 00:10:22
Sharon: Oh maar dat, dat is sowieso een uitdaging.

00:10:22 – 00:10:32
Liz: Ja, ik vraag me soms af kinderen die die alleen met Nederlands of hoe lang het voor hun duurt, om dat soort van klanken van elkaar te onderschatten.

00:10:32 – 00:10:36
Sharon: Ja, dat is goede vraag. Ik weet, ik weet dit, eerlijk zegt niet.

00:10:36 – 00:11:06
Liz: Dus ik zie ook al die zeg maar in in zijn begrip en een sterke ontwikkeling, en hij is sinds vier, vier weken geleden is ie naar groep één, Junior kindergarden gegaan en dit is een finco mergen Scal dus het gaat geleidelijk aan, maar tegen het eind van het jaar zouden ze eigenlijk alleen maar Frans in de in de klas praten. Dus en dit is gemaakt voor kinderen die niet met Frans zijn opgegroeid. Dus ja, we hebben een-derde taal erbij.

00:11:06 – 00:11:08
Sharon: Leuk, wat vind hij ervan?

00:11:09 – 00:11:44
Liz: Hij vindt het leuk. Hij gaat nog twee dagen in de week wel naar een buitenschool waar die voorheen zeg maar een vorst, cool, waar die, waar die voorheen ook naartoe ging en dat vindt ie natuurlijk geweldig, nog steeds! Het is soms wel een beetje tranen met met naar die nieuwe school, ga met Frans zelf. Dat vindt ie wel heel erg leuk. Ik kom thuis en dan zegt ie, mama, dit is mij SCADA het is mijn mijn, mijn rugtas en en hij kan ook de tien tellen in het Frans en het maakt hem heel trots de.

00:11:44 – 00:12:07
Sharon: Ja, ja, ik vind het wel leuk en ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die luisteren. Ik denk van Goh, die heeft al Nederlands thuis en Engels en dan misschien een beetje Arabisch hoort die ook. Af en toe. Is dat niet een beetje veel om hem ook naar een een franstalige school te sturen of kindergarden waar? Waarom hebben jullie dat gedaan en jij?

00:12:07 – 00:13:05
Liz: Ja, juist nu, omdat die dus zo veel interesse in heeft en ik denk dat er er juist interesse in had, omdat die zich al heel, heel vroeg bewust van was dat er meer dan alleen Engels is voor meer dan één taal of het algemeen, en de manier waarop die werkt ook is dat als je niet in groep één begint, kun je niet later nog instromen in funtie morgen dus wij dachten, we proberen het gewoon, want kleuterschool is toch spelen. Als het op een gegeven moment te veel wordt, kunnen we hem gewoon switchen naar een engelstalige school. Maar zolang je maar genoeg exposer krijgt in in, in, in, in in alle talen die je wilt ontwikkelen, zou het op zich goed komen. Hè, dus nu is die dan iedere dag zes uren op school, waar ze op een gegeven moment voornamelijk Frans praten, en dat zou wel genoeg moeten zijn om iets iets op te pikken.

00:13:06 – 00:13:45
Sharon: Ja, ja, en voor alle duidelijkheid, ik bedoel, vanuit het onderzoek is er geen enkele reden waarom een meer taal kind niet naar een school kan gaan waar een andere taal gesproken wordt. Maar ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die denken van: Goh, dat is wel, dat is wel heel veel, maar goed, leuk, leuk dat ie zo’n interesse heeft in talen dan en dus je zei toen we elkaar drie jaar geleden spraken, dat je inderdaad zorgen maakte dat die steeds meer Engels zou gaan gebruiken naarmate ouder werd en dat is zo, hoorden we wel wel gebeurd. Hoe voel jij je daarover?

00:13:47 – 00:14:30
Liz: Ik weet gewoon dat ik er alles aan doe wat ik kan. En ja, kan ik moeilijk je eigen leven stop zijn. Dan zeg ik van: ik ga niet werken omdat ik dan heel andere dingen aan mijn kind kan. Ja, ik denk gewoon dat het mooi voor hem is om om mee te krijgen wat kan en dat die gewoon een hele sterke basis zal hebben. Als ie, als die, als je bijvoorbeeld in Nederland wil gaan studeren of zo dat ie, dan dat het waarschijnlijk heel makkelijk is binnen een paar weken, zou die gewoon Nederlands kunnen spreken. En we hopen ook over een paar jaar een jaartje in in Nederland te komen wonen. En dan denk ik dat het dat dat helemaal zeg maar goed komt, goed komt, ja.

00:14:31 – 00:14:50
Sharon: Ja, dat denk ik ook en ik zeg ook altijd als een, zelfs als een kind in, in, in jouw thuistaal niet terug spreekt, als die alles begrijpt. Ja, hij, hij kent die taal wel. Hij heeft heeft waarschijnlijk geen reden om Nederlands te praten, omdat jij ook Engels kunt. Ja.

00:14:50 – 00:15:38
Liz: Ja, ja, precies dat is het. Dat is het probleem met met Engels, niet precies het tweetalige het is gewoon dat iedereen, dat iedereen je begrijpt in het in het Engels, mijn familie ook moeder, en wel aan om in het Nederlands te blijven praten. Maar dan spreekt hij Engels terug en zo converseren wij ook. En maar volgende week gaan we naar Nederland en daar ziet hij zijn zijn nichtje voor de tweede keer en de eerste keer toen hij haar zag, was zij iets van zestien maanden, dus ze sprak nog niet veel, maar nu spreekt zij in vloeiende zinnen Nederlands van. En dus we gaan kijken of die of die zich bewust van is, dat die moet gaan switchen om zich daar te maken.

00:15:39 – 00:15:43
Sharon: Ja, ja, ik ben benieuwd. Ik wil dat wel weten achteraf.

00:15:44 – 00:16:15
Liz: Of wat voor wat er is gebeurd, hoe die gaat, die gaat, die gaat wisselen. Je merkt wel bij alles dat die zeg maar de grammatica van van het Engels gebruikt, bijvoorbeeld als die in Nederlands woord gebruikt als paard. Een meervoud is altijd paard of dier. En en ja, dus dat dat soort dingen merk je wel, dat die hij gebruikt, Nederlandse woorden, maar altijd in een structuur van Engelse taal. Ja.

00:16:16 – 00:17:11
Sharon: Ja, nou ja, en nou ja, dat we weten ook eigenlijk onderzoek dat dat ook gebeurt. Hè, zeker als er een soort vergelijkbare structuren zijn in de twee talen, want Nederland heeft ook een als een mogelijke manier om meer vuil te maken. Daar is natuurlijk een hele aflevering over tussentaal invloed de ene taal de andere beïnvloedt mocht je dat nog niet hebben geluisterd dan dan kun je dan dat gaan doen. Hoe gaat het met de Nederlands van met van die man, want want jij zei toen drie jaar geleden dat hij elk steeds meer Nederlands begreep en ook een paar Nederlandse woorden gebruikte. Maar ja, nu dat otis ouder is, kan ik me voorstellen dat jullie gesprekken ook ingewikkelder worden. Dus kan mij het nog steeds bijhouden als jullie Nederlands met elkaar praten.

00:17:12 – 00:18:12
Liz: Meestal niet of niet altijd vaak in in context snapt die het wel. Maar als woorden zijn dat een beetje zeg maar uit de bloed wordt gebruikt of waar die heel anders klinken, dan dan snap je het niet. Vanochtend bijvoorbeeld, ik weet niet of bij jullie ook zo is, maar begint hier meer herfst weer te komen. Dus de de lange broeken worden weer uit de kast gehaald en ik weet niet meer precies wat paste van ja, afgelopen april, dus ik had een een broek uit de kast gehaald en ik zei tegen oh, het is, het is pas broek nog en wij passen. Dat is niet echt vergelijkbaar met Engels. En toen hoorde ik met vragen: wat vraagt mama en hoorde ik hem zeggen, je asking pens vat heeft te smal, denk oh, ja, weet je wel, hij heeft een goede, goede vertaling? Ja.

00:18:12 – 00:18:35
Sharon: Ja, ja, knap hè, ja, hoe hoe vindt hoe vindt met dat dan? Als die niet alles kan begrijpen, want ik weet dat voor sommige stellen is dat wel een een soort, ja, een struikelblok wordt dat bijna dus dat er gesprekken gevoerd worden waar de andere, de ene ouder, wel meedoet en de andere ouder niet? Ja, hoe gaat dat bij jullie?

00:18:36 – 00:19:27
Liz: Ja, dat is bij ons ook. Soms zeg ik dingen, twee keer, soms ook voor oud is. Als er een woord is waarvan ik denk oh dat kent ie niet, dan zeg ik het gewoon Nederlands en dan dat woord ook nooit in het Engels. Dus dan dat is dan snapt iedereen het wel uit de, uit de context. Maar als soms dat ze een heel belangrijk gesprek hebben, dan heeft men gezegd: kun je alsjeblieft Engels zeggen, want ik snap het niet, iets over ja, iets iets iets belangrijker is. Maar verder bent dat ook een beetje met een persoonlijkheid te maken. Heeft hij niet zo heel veel fomo zeg? Maar hij vindt het allemaal wel prima als wij in Nederland zijn en ik ben met mijn familie in Nederland aan het praten. Dat vind hij meestal ook niet erg, tenzij we plannen aan het maken zijn.

00:19:28 – 00:19:52
Sharon: Bijvoorbeeld, ja, ja, maar dat het er een beetje bij je, denk ik, hè, dus het moet een beetje given taken om het is mooi op zijn Engels te zeggen, dus jij moet extra moeite maken en extra moeite doen om om dingen nog een keer uit te leggen tegen hem en en toch wel bij dat Nederlands blijven. En hij moet het ook accepteren dat die het soms niet allemaal meekrijgt wat er gezegd wordt.

00:19:53 – 00:20:32
Liz: En het kost best wel veel moeite, maar ik weet ook dat dat talen switchen heel goed voor mijn hersenen is. Dus ik blijf het maar doen. En nu hebben we Franse boekjes en hij snapt het natuurlijk niet en ik snap het Franse boekje wel, maar dan lees ik het in het Frans en dan vertel ik het naar Nederland en dan zeg ik het tegen hem en dan, het ging over aanhoren en dan zeg ik icon en ik vertaal het gewoon zeg maar te plakken. En soms denk maar soms denk ik: ja, het is ook goed voor mijn, voor mijn hersenen, om te blijven te blijven zich. Dus win-win denk ik dan maar.

00:20:33 – 00:21:22
Sharon: Ja, ja, en daar de relatie tussen dat en het bijvoorbeeld later nou niet laten dement worden, maar laten de de symptomen van dementie zien bij meertalige daar is er ook een hele aflevering over als mensen dat willen beluisteren. Maar je zei wel, ja, het is soms kost veel moeite. Ik kan, ik kan me dat ook goed voorstellen, want jij bent de enige die Nederlands spreekt met dat is je bent, je zit in een zee van van het Engels. Jij spreekt natuurlijk ook hartsti goed Engels. Ik heb altijd bewondering voor ouders die het volhouden zoals jij, om dat dat te doen. Hoe, hoe, hoe ervaar jij dat?

00:21:23 – 00:21:57
Liz: Ja, het is inderdaad soms lastig en het blijft zeg maar constant een bewuste keuze om het te blijven doen. Maar ik weet zeg maar wat voor een voordelen het heeft voor hem later ook en zijn connectie met Nederland en Nederland zijn. Ja, soms, dan weet je wel als je op een feestje bent of of op een speeltuin, mensen kijken wel naar je als je een andere taal spreekt, maar meestal is het ook met een soort bewondering dus ik vind het niet zo erg dan maar je moet.

00:21:58 – 00:22:04
Sharon: Ben je tevreden met de meer taal gereis van jouw gezin tot nu toe?

00:22:05 – 00:23:09
Liz: Ja, want ik weet dat ik alles eraan gedaan heb, wat wat mogelijk is. Het is ook niet. Het is ook niet zo dat Nederlands en Thales dat hier gesproken wordt. Ik, ik woon in Rotariu en daar daar zijn heel veel Nederlandse immigranten, maar de één of andere manier, die mensen die dus allemaal geïmmigreerd zijn, die die spreken helemaal geen Nederlands meer en zelfs dat de universiteiten, want ik geef zelf ook les op een universiteit waar ook talen aangeboden worden. Er zijn heel veel mensen met een met een achtergrond en Nederlandse achtergrond, maar zelfs op de universiteit worden totale niet niet gegeven. Dus ja, ik ik, ik weet dat er gewoon, er is niet veel Nederlands om ons heen. Het is wel een Nederlandse winkel voor Nederlands eten en als we daar zijn, dan is iedereen zo van hou, die spreken echt Nederlands, weet je wel zo.

00:23:10 – 00:23:14
Sharon: Ja, ja, ja, dat vertelde je volgende keer vorige keer ook wel, denk ik, ja.

00:23:14 – 00:23:36
Liz: Ja, dat is nog steeds zo dat je denkt: ja, want ze kennen het vaak, maar ze spreken het niet meer. Dus ik weet gewoon dat dat ik alles eraan gedaan heb wat kan en dan accepteer gewoon zoals het zoals het nu is, en ik heb er ook vertrouwen in dat als we hopelijk in de toekomst een langere tijd in Nederland kunnen zijn, dat hij gewoon Nederlands begint te praten.

00:23:37 – 00:23:44
Sharon: Ja, ja, dus dat is je hoop dan voor de toekomst, voor Otis en z’n meertaligheid.

00:23:44 – 00:23:45
Liz: Ja zeker.

00:23:45 – 00:24:03
Sharon: Ja, ja, en heb je misschien een een mooie tip, een gouden tip voor andere ouders die, net zoals jij ver weg wonen van een familie en vrienden die die taal spreken dan Nederland, in jouw geval vaak dus de enige bron zijn van van dat taal?

00:24:03 – 00:25:52
Liz: Ja, je, je merkt misschien wel dat op een gegeven moment kinderen, de dominante in een andere taal, die de niet dominante taal niet meer willen spreken of niemand niet daarnaartoe willen, niet naar willen luisteren. En ik zat vaak de televisie in het in in, in het Nederlands en Otis een paar maanden geleden. Hij zei-die: man, maar ik versta het niet, wil je het in het Engels zetten en toen heb ik een van de televisie opgezet en er met hem erover gepraat van Nederland. Ik heb me bewust gemaakt van dat Nederlands, begrijpen of spreken iets is wat hem uniek maakt en hebben we van gemaakt van hé, die andere kinderen, die die die spreken geen Nederlands, want dit is dit is jouw superpower zoals ik het uitleg. En een paar dagen daarna vroeg nog steeds: het is wat is jouw superpower en dan zegt die Nederland en en toen begon ik, daar was ie ook meer trots op het feit dat hij Nederlands kan. En als je een vraag nu vraagt, welke talen spreek je dan zouden zeggen? Nederlands-engels en Frans ook staat hier nog niet nog niet veel van. En ik denk dat kinderen bewust maken dat het iets heel moois is en dat ze daar trots op kunnen zijn. Iets is wat hun uniek, uniek maakt, het vertrouwen geeft om om door te gaan en ik legde hem ook uit van je kunt alleen maar beter worden als je probeert te praten of als je dus bijvoorbeeld ook hier deze film in Nederland kijkt. Er leven waar andere woordjes niet dat je alleen taal kan leren van televisie, maar als je dat wat begrijpt, dan kun je.

00:25:53 – 00:25:54
Sharon: Ja, ja.

00:25:54 – 00:26:23
Liz: Je voegt het wel toe. Nu vraag wel van hij zegt specifiek I wanna watch ‘Frozen Nederlands’ of Sinky and Dirty is Stinky en Pountje in het Nederlands volgens mij en wil die ook in in in dit, want Stinky en Pountje dus nu, nu vindt het gewoon heel erg cool om Nederland te kunnen, dus dat dat dat type zou geven.

00:26:24 – 00:30:06
Sharon: Ja, ik vind het echt een heel erg mooie tip en ik vind het ook leuk dat in de allerlaatste aflevering van de pas dat we heel nieuwe tip krijgen naar meer dan 50 afleveringen. Dus ik vind het een heel mooie tip, een heel knappe dat ook dat dat blijkbaar heeft gewerkt. Dus ja, op met de superpowers zou ik zeggen lees. Ik vond het heel leuk om je weer te spreken en ja, ik wens je veel succes en vooral veel plezier met het meertalige reis of de meertalige reis die nog gaat komen. Zeker, dank je wel. We gaan zo meteen verder met het gesprek met onze tweede gast van de aflevering. Marjolijn, maar eerst dacht ik dat het leuk zou zijn om wat statistieken met jullie te delen over de podcast. Ik word regelmatig gevraagd hoeveel mensen naar de podcast luisteren. Hier zijn wat cijfers voor jullie op een rij. Er zijn in totaal 52 afleveringen van de podcast beschikbaar in het Nederlands. Deze zijn in totaal ruim 75000 keer beluisterd of gedownload. Op dit moment, dus oktober 2023 worden gemiddeld 65 keer per dag beluisterd en over alle afleveringen heen zien we dat drie op de vier luisteraars blijven luisteren tot minstens 75 procent van de aflevering. Dat is heel mooi. Wat ook heel mooi is, is dat de podcast overal te wereld beluisterd wordt. De hoofdmoot van de luisteraars komt natuurlijk uit Nederland en België, maar ook in het Verenigd Koninkrijk. De Verenigde Staten, Spanje en Duitsland worden regelmatig naar kletst geluisterd in totaal zijn nou 122 landen, maar de past ooit is beluisterd of gedaald, van Australië tot tweede, van Indonesië tot Zambia. De meest beluisterde afleveringen zijn tussen de anderhalf en viereneenhalfduizend keer beluisterd. Deze zijn vooral de afleveringen uit het eerste seizoen, dus afleveringen die het langs beschikbaar zijn, maar ook de afleveringen die veel voorkomende vragen beantwoorden, hoe we onder andere het mixen van talen, het vaststellen van een taalachterstand en het omgaan met meertalige kinderen in de klas. Het bereik van een post is natuurlijk niet alleen in cijfers uit te drukken. Last is bekroond met een landelijke prijs voor wetenschapscommunicatie in de taalwetenschap heeft positieve recensies gekregen in vakbladen zoals de pedagoog maar ook in de tijdschrift, onze taal en de landelijke krant Trouw. Allemaal heel erg leuk natuurlijk, maar voor mij komt de grootste blik van waardering van de reacties van jullie, de luisteraars, waarvoor heel veel dank. Het is altijd mooi om te horen als jullie iets hebben gehad aan de inhoud van de podcast. Een paar citaten van luister is, vind je op de website. Ik sprak met mijn volgende gast Marjolijn aan het begin van het tweede seizoen van Kletsheads. Marjolijn is eentalig opgegroeid hier in Nederland, heeft Engels gestudeerd en is daarna docent Engels geworden. Toen ze in 2018 moeder werd, besloten om ook Engels te praten met haar zoontje, en dit is wat ze me vertelde toen we elkaar in 2020 spraken.

00:30:06 – 00:30:13
Marjolijn: Mijn kind is één jaar en tien maanden. Dat is heel jong, nog steeds. Ja, en hij kletst wel.

00:30:13 – 00:30:46
Sharon: Kletst wel, hij is een kletskop. Wat we eigenlijk zeggen, want hij is tweetalig dus je spreekt Engels met hem en verder thuis je partner. Die spreekt Nederlands. En het is heel interessant, want ik weet dat jij geen moedertaalspreker bent van het Engels is mijn moedertaal en maar ik weet dat je heel goed Engels kunt en dus heb je voor gekozen om Engels te spreken met je je kind, en ik ben benieuwd waarom je dat hebt gekozen.

00:30:46 – 00:31:04
Marjolijn: Ja, nou, ik ben docent Engels, ik werk op de lerarenopleiding Engels inmiddels. En nou, vanuit mijn studie weet ik dat hoe jonger je begint met een taal leren, hoe meer succesvol je daarin kan worden. Dus ik wilde heel graag mijn kind die kans geven.

00:31:04 – 00:31:08
Sharon: En hoe gaat het nu met met de meertaligheid van je zoontje?

00:31:09 – 00:31:43
Marjolijn: Het lijkt wel alsof die verschillende standen heeft. Ik ben zelf twee dagen thuis met hem door de week en dan praat ik Engels met hem en zodra mijn man dan weer thuiskomt dan schakelen we over naar Nederlands. En als de andere mensen bij zijn, praten we ook Nederlands. En op de dagen dat hij bijvoorbeeld bij de gastouder is geweest of bij z’n opa en oma dan begroet hij ons met de woorden papa en mama. Maar als die de hele dag bij mij is geweest, dan noemt ie mij mammie in het Engels. En als zijn vader dan thuiskomt dan rent ie op, maar dan zegt die dat, die dat, die, ja, zeker, ja.

00:31:43 – 00:31:50
Sharon: Ja, dus je aanpak is je. Je spreekt Engels met hem op die dagen verder Nederlands of spreek je altijd Engels?

00:31:51 – 00:32:31
Marjolijn: Nee, als ik, als ik alleen met hem ben, praat ik Engels tegen hem. Altijd soms, als z’n vader thuis is, dan blijf ik nog wel in het Engels praten, maar dan praat z’n vader Nederlands met. Maar dan dan switchen we vaak van het één naar het ander, merk ik. Maar ja, dus ook s avonds, als ik hem in bed leggen en en mijn mannen zijn het sporten bijvoorbeeld dan praat ik ook Engels met hem. Dus het is niet alleen op die dagen dat ik thuis ben, maar eigenlijk meer de momenten dat we met z’n tweetjes zijn. Nou ja, hij begint nu korte zinnetjes te spreken en af en toe, dan dan schakelt ie ineens over, dan dan begint ie het Nederlands en dan schakelt die over naar het Engels of andersom nou ja, voor sommige dingen heeft ook alleen maar Engelse woorden, denk ik, dus dan dan moet je het wel combineren.

00:32:31 – 00:32:37
Sharon: Ja, en hoe reageren andere mensen daarop op het feit dat je hebt besloten om Engels met hem te praten?

00:32:37 – 00:33:00
Marjolijn: Ja, de meeste mensen zijn wel verbaasd, want ja, je hoort het niet veel, maar ze begrijpen het wel. Als ik, als ik ze uitleg waarom ik de keus maak en nou ja ook een beetje bij vertel wat ik dan weet over een taal leren en dat het lastiger wordt naarmate je ouder wordt dan ja, begrijpt iedereen het wel en en vinden de meesten het ook wel jammer dat ze het zelf eigenlijk niet kunnen bieden aan een kind.

00:33:00 – 00:33:06
Sharon: Ja, wat is volgens jou de grootste uitdaging nu voor jou, als ouder van een meertalige kind?

00:33:06 – 00:34:10
Marjolijn: Nou ja, het lijkt me wel spannend als die straks naar de basisschool gaat, waar die dan tegenaan loopt. Of dan de juf of andere kindjes misschien soms niet begrijpen, omdat die hè bepaalde woorden alleen in het Engels kent. En nou ja, de andere kinderen niet. En de juf zal misschien niet altijd meteen begrijpen dat die dan Engels praat. Dat lijkt me voor een jong kind best wel lastig om mee te maken. Dus ik, ja, ik denk dat daar vooral de uitdaging is hoe ik hem daarin kan begeleiden en dat dat voor hem wel een positieve ervaring blijft. Ja, ik heb het zelf ook wel eens als ik met hen alleen op pad ben en andere mensen kunnen mij horen. Ja, het liefste zou ik Engels met hem blijven praten, maar omdat ze hier nooit Engels op straat klinkt, word je dan bekeken. Dus dan, ja, schaam ik me ook een beetje of dan voel ik me bekeken. Dus dan schakel ik zelf ook over naar het Nederlands. Dus het zou zo jammer zijn als dan uit schaamte de meertalige kinderen dan een andere taal dan de gangbare dan niet durven gebruiken, omdat ze bang zijn dat ze dan als anders gezien worden of dat mensen ze vreemd vinden.

00:34:10 – 00:34:27
Sharon: En als er andere ouders zijn die hiernaar luisteren en denken van nou weet je, ik overweeg dat ook een andere taal dan mijn moedertaal te spreken met mijn kind, of ja, dat zo wil ik het ook aanpakken. Heb je een gouden tip voor voor die ouders?

00:34:27 – 00:34:58
Marjolijn: Nou, de gouden tip is, denk ik, om, als je je er goed bij voelt en zelfverzekerd genoeg in voelt, om het gewoon te doen. Ik heb ze ook wel, mijn onzekerheden en ik weet ook niet waar het op uit gaat draaien met mijn zoon, maar ik zie het wel echt als een geschenk dat nou ja, in zijn omgeving alleen ik hem kan geven. En nou ja, ik ben heel bang dat als ik het niet zou doen, dat ik er dan later spijt van zou krijgen. En ja, dat kun je maar beter voor zijn. Dus ik zie het echt wel als een, als een geschenk wat je aan je kind kan geven.

00:34:59 – 00:35:22
Sharon: Nou, maar, leuk om je te zien, leuk om jou een tijdje geleden. We zien elkaar dit keer, vorige keer deed je camera niet en nu zijn we ook. Zitten we tegenover elkaar, oude, wat eigenlijk, maar wel heel erg leuk, ook omdat dit het laatste keer zal zijn dat ik zo’n gesprek voer voor het voor de podcast. Het is leuk om het met jou te doen. Hoe gaat het?

00:35:23 – 00:35:23
Marjolijn: Gaat heel goed.

00:35:23 – 00:35:30
Sharon: Ja, ja, vertel, want sinds de laatste keer is er een tweede kind gekomen.

00:35:30 – 00:35:41
Marjolijn: Dat klopt. Ja, vorige keer hebben we gesproken over en mijn oudste zoon. Die is inmiddels bijna vijf en sindsdien ben ik nog een keer moeder geworden van James en James is tweeënhalf.

00:35:42 – 00:35:53
Sharon: Ja, en toen we elkaar in 2020 dat jaar elkaar spraken, toen sprak je Engels met en je eerst geborene nou, hoe is de situatie?

00:35:54 – 00:38:16
Marjolijn: Ja, ik sprak Engels met en op de momenten dat ik alleen met hem was. Ik had twee dagen ouderschapsverlof op woensdag en vrijdag, dus dat was dan onze taal samen boekjes lezen in het Engels als die een filmpje mocht kijken in het Engels. Nou ja, en dat ging heel goed. Het was heel afgebakend. Maar ja, toen kwam inderdaad corona en nou ja, de ongeschreven regel was altijd dat zodra mijn man thuis kwam, dat we dan weer terugschakelen naar het Nederlands en nu was die dus altijd thuis. Dus het was wat lastiger om in de gewende patronen te blijven. Dus ik moet wel zeggen dat het Engels steeds minder werd, dat ik met Owen sprak, filmpjes nog wel steeds in het Engels, boekjes lezen nog wel, maar echt, nou ja, de hele dag vloeiend met met elkaar in gesprek, veel minder. En nou ja, op een gegeven moment kreeg mijn man een burnout is na COVID ook nog lang thuis geweest. Dus die situatie veranderde niet echt. Nou, James werd geboren en met twee kinderen weet je veel drukker. Zeker, hè, je bent ook een stuk vermoeider en in een andere taal spreken kost toch meer energie dan in de moedertaal ja, dus nou ja, ik merk wel aan en dat die heel goed verstaat als ik Engels praat. Hij praat zelf ook wel wat woordjes en zinnetjes Engels, maar eigenlijk praten we meer Nederlands dan ik toen. Voornemens voel je je daarover? Ja, ik vind het wel heel jammer. Ik ben heel tevreden met wat hen kan, want hij begrijpt echt alles en hij z’n woordenschat in het Engels is ook echt goed. Als we een nieuw boekje hebben, hoef ik hij is meer. Zalig ja, en ik ben heel benieuwd hoe het nu met James gaat uitpakken want James praatte veel later. Ja, die was gewoon wat fysieker, heel ander kind. Dus ik was ook bang dat ie me niet begreep als ik dan Engels praat, omdat ik dat ook minder met had gedaan. En nu, ja, probeer ik het toch steeds meer in een korte zinnetjes en losse woordjes vertalen. En hij begrijpt veel meer dan dan dat ik dacht. Dus dat valt gelukkig mee en hij heeft ook veel films, je wel gekeken in het Engels, dus hij heeft wel wat input gehad. Maar ja, ik denk, als we een een grafiekje zouden kunnen zien van wat engel, wat in kan en wat James kan, dan zou dat van James wel minder zijn, denk ik.

00:38:16 – 00:39:07
Sharon: Maar ik denk ook: ja, zoals je net zei, kinderen zijn natuurlijk heel anders van elkaar, hè, dus er zijn heel veel verschillen tussen kinderen en hoe snel ze hun taal oppakken, dat zien we ook bij eentalige kinderen. Het heeft niet per se te maken met de meertaligheid en ja, het is wel een gekke tijd waar we doorheen zijn, waar we doorheen hebben gewoond of niet, of dat of dat Nederlands is. Maar goed, de luisteraars zullen inmiddels gewend zijn geraakt, neem ik aan, aan mijn rare uitdrukkingen af en toe oké, dus het gaat gaat prima met met oen, met James, nou beter dan je had gedacht. Maar in ieder geval, ik zit niet op hetzelfde niveau als als dat deed, met twee en een half.

00:39:07 – 00:39:23
Marjolijn: Maar het geeft wel moet om het meer te gaan doen met James. Ik ben wel minder, alleen thuis met hem, ik ben weer meer gaan werken, maar ja, de momenten die we hebben nou durf ik steeds meer, ook wel meer Engels met hem te praten. Ik ben niet meer bang dat hij een achterstand zal oplopen in z’n Nederlands

00:39:25 – 00:39:29
Sharon: Ja, is gewoon soms een beetje vertrouwen in hebben dat het goed gaat.

00:39:29 – 00:39:34
Marjolijn: Ja, het was gewoon lastig inschatten wat ie begrepen want niet omdat ze gewoon later begon te praten.

00:39:34 – 00:39:55
Sharon: Ja, nou begrijpelijk, en ik was benieuwd naar hoe hoe jouw manier tegenaan kijkt, want je zei hij was een beetje ongesproken regel dat wij Nederlands spraken toen op moment dat hij thuis kwam. Je hebt vast wel met hem overlegd toen je besloten om dit te doen.

00:39:55 – 00:40:39
Marjolijn: Nou, nee-ja, nee, overlegd denk ik niet echt. Ik heb gewoon uitgelegd waarom dit mijn keuze was. En nou ja, aangezien het alleen maar plaatsvond waar je niet bij was, vond ik het wel prima. Ja, het heeft wel eens tot grappige situaties geleid, hè dat opa en oma of mijn man dan niet begreep wat een kind zei en dat ik dan zei: ja, maar het is Butterfly maar het is nog weer. Dat is ook één van de Engelse woorden die James gebruikt. Die zegt geen vlinder, die zegt: ‘butterfly’ is het dan. Maar ja, dus af en toe was even wat vertaling nodig, ook thuis. Maar nee, hij heeft daar geen problemen mee en hij begrijpt het en af en toe probeert die zelf ook wel eens wat in Engels, als het even zo uitkomt.

00:40:40 – 00:40:46
Sharon: En je hebt nooit over gehad dat jij misschien toch wel meer Engels zou gaan praten?

00:40:46 – 00:40:54
Marjolijn: Nee, want dat had ik gewoon kunnen doen. Het gebeurde gewoon niet. Mijn man had dat helemaal niet raar of gek of stom gevonden. Nee.

00:40:54 – 00:41:04
Sharon: Nee, maar soms, zoals je zei, soms kosten dingen gewoon veel moeite en als het leven al druk genoeg is en het is nogal druk met twee jonge kinderen.

00:41:05 – 00:41:21
Marjolijn: En als het niet je moeder trouwens komt het niet vanzelf, dan moet je je er echt toe zetten en er heel bewust mee bezig gaan en bewust beslissen oh wacht, ik praat weer Nederlands, moet het weer terugschakelen dus ja, en als je daar even de energie of de hè, de aandacht niet bij hebt, dan dan gebeurt het ook niet. Ja.

00:41:21 – 00:41:43
Sharon: Ja, ik vind dat ook interessant vanuit de perspectief van ouders die Nederlands niet als moedertaal hebben, aan wie verteld wordt nog steeds helaas praat maar Nederlands met kinderen. Dat is ook een aspect waar mensen niet over nadenken. Het kost heel veel moeite of het kan heel veel moeite kosten om een taal te spreken dat niet je moedertaal is, dus je vraagt wel wat.

00:41:43 – 00:41:57
Marjolijn: Ja, het kost echt energie. Ik ben ook docent en ik weet ook nog van toen ik net voor de klas stond dat ik richting het einde van het schooljaar steeds meer Nederlands begon te praten voor de klas, gewoon omdat je moe bent, toe aan vakantie. Ja, dus het kost echt wel energie om in een andere taal te praten.

00:41:57 – 00:42:12
Sharon: Ja, je zei toen we elkaar spraken dat je bang was, dat het en en en dat je het spannend vond om te zien hoe het zou gaan toen na de basisschool zou gaan. Nou, hij is inmiddels naar de basisschool. Hoe is dat gegaan?

00:42:12 – 00:42:42
Marjolijn: Ja, eigenlijk wel heel goed, hè, ik was vooral bang dat zij heel veel Engelse woorden nog zou gebruiken en dat die dan niet het Nederlandse woord voor dat object of dat dier zou weten. Maar zijn worden schat in zowel Engels als Nederlands dus echt heel groot en ik denk dat ze Nederlandse woordenschat bij de grootste van zijn klas hoort. Dat hebben ze leerkrachten ook wel aangegeven. Ja, dus die angst was onnodig. Het had natuurlijk wel gekund, maar ja, en is gewoon heel talig daar wel geluk mee.

00:42:42 – 00:42:57
Sharon: Ja, dus dat, dat gaat goed, en de mensen in je omgeving toen zei je die, die hebben wel begrip voor waarom je hebt gekozen om Engels met je kinderen te praten. Op bepaalde momenten dan is dat nog steeds het geval.

00:42:57 – 00:43:11
Marjolijn: Ja, ja, mensen vinden het nog steeds heel interessant. Als ik ze een tijdje niet gezien heb en dan-vragen ze ook altijd: doe je dat nou nog steeds en ook met allebei? Ja, dan moet ik natuurlijk wel toegeven dat het wel ietsje minder geworden is, maar ik probeer het wel en ik staar er nog steeds achter.

00:43:13 – 00:43:41
Sharon: Ik krijg vaak vragen van ouders zoals jij, die heel goed, meestal Engels, andere taal, heel goed een andere taal spreken, en ze zouden ook graag een kind of kinderen meertalig opvoeden. Nou, dat heb jij gedaan of daar ben je mee bezig, hè, want ze zijn nog nog wel jong. Heb je misschien nog tips voor ouders in een vergelijkbare situatie, nu dat je een paar jaar verder bent?

00:43:42 – 00:44:28
Marjolijn: Ja, nou ja, mijn grootste realisatie is dus geweest dat het echt niet vanzelf gaat, dat je ertoe moet zetten en dat het energie kost. Dus wat mij erg geholpen heeft, was die vaste momenten en het heel erg af te bakenen en dan wordt het wat moeiteloze en zorg ook dat je niet de enige bron van de taal bent. Maar het is heel leuk om ook nou ja, geschikte kinderboekje voor hun leeftijd ook in die taal te hebben. Dus nou, mijn ouders, zich gaan graag naar het verenigd Koninkrijk en die krijgen ook altijd een een lijstje mee voor in de boekenwinkel van wil je dit meenemen en dan kiezen ze zelf ook met veel plezier nog boekjes uit. Dus dat helpt ook heel erg dat je wat aanknopingspunten hebt om het over te hebben met je kind.

00:44:28 – 00:44:44
Sharon: Ja, ja, nieuwe woorden leert worden, misschien ook zelf niet, weet. Ik leer ook nieuwe woorden soms. Het is wel een tijdje terug dat ik voorlas aan de kinderen, wat ik wel toegeven, maar ik leerde ook wel eens woorden die ik die kenden, en.

00:44:45 – 00:44:48
Marjolijn: Bepaalde diersoorten die niet veel voorkomen, ja.

00:44:48 – 00:45:13
Sharon: Ja, ja, leuk, nou, ik vond het heel leuk om te horen hoe het gaat. Ik ben benieuwd hoe het verder zal gaan. Dat zal ik zeker navragen over een tijdje. Bedankt dat je jouw meertalig reis, gedeeld met jouw gezin tot nu toe bedankt dat je weer hebt uitgedacht graag gedaan.

00:45:13 – 00:47:42
Sharon: Tijdens de vier seizoenen van Kletsheads hebben wij van veel verschillende mensen gehoord hoe zij omgaan met de meertalige kinderen in hun leven, van ouders zoals Liz, Marjolijn en straks Leonie tot leerkrachten en logopedisten van uitgevers, van meertalige boeken tot meertalige burgemeesters, of nou ja, één burgemeester. Maar goed, allemaal met een eigen verhaal. Deze ervaringen uit de praktijk zijn een waardevolle aanvulling geweest aan de focus van de podcast, namelijk het overbrengen van de belangrijkste inzichten en bevindingen vanuit het onderzoek op zo’n manier dat ze voor zoveel mogelijk mensen te begrijpen zijn, vindt steeds meer onderzoek plaats naar meertaligheid in al zijn verzetten, en er komen steeds meer initiatieven rondom dit thema. In het onderwijs in de pap en zelfs hier en daar in het beleid blijft weliswaar veel werk aan de winkel, allang niet iedereen ziet de meerwaarde van alle vormen van meertaligheid en er bestaan toch nog veel misverstanden over het meertalig opvoeden en meertaligheid in het onderwijs. Maar ik denk dat we anno 2023 genoeg reden hebben om voorzichtig hoopvol te zijn als het gaat om de toekomst van onze meertalige kinderen. Ik ga weliswaar stoppen met de podcast, maar ik blijf me natuurlijk inzetten voor het belang van alle vormen van meertaligheid wat ga ik doen met al die zeeën van vrije tijd die ik nu ga hebben, dat ik geen podcast meer maak? Ik blijf in de eerste plaats natuurlijk onderzoeker en docent, maar ik gebruik deze extra ruimte om me op mijn andere groot project te richten. Kletskoppen is een initiatief vanuit Radboud Universiteit, een Max Planck instituut voor psycholinguistiek die activiteiten over taal, een wetenschap organiseert voor kinderen van diverse achtergronden. Denk hierbij aan festivals en bibliotheken of buurthuizen en lessen op basisscholen. Als je hier meer over wilt weten, neem gerust contact op, ook voor lezingen, workshops wat mutsen vinden. Dit kan via Linkedin, de website van Kletsheads of gewoon via de mail sharon.unsworth@ru.nl.

00:47:42 – 00:48:17
Sharon: Anderhalf jaar geleden, aan het begin van het derde station van Kletsheads, sprak ik met Leonie. Haar zoontje was toen bijna twee jaar oud. Zij sprak Duits met hem en haar partner Nederlands. Dat gesprek is mij heel lang bijgebleven want het was geen makkelijk gesprek. Leonie zat toen met een probleem. Haar partner kon geen Duits en vond het ook vervelend dat zij die taal met haar zoontje Alexander gebruikte. Hier is wat zij mij toen vertelde toen.

00:48:17 – 00:48:30
Leonie: Ik zwanger was en met Alexander praten in de buik, dan was dat ook allemaal op z’n Duits, dus ik had nooit iets anders bedacht dan dat ik ook Duits met hem praat als die bijvoorbeeld een baby is. En het was ook zo, het was heel natuurlijk om met hem Duits te praten.

00:48:30 – 00:48:43
Sharon: Ja, en hoe gaat het dan met meertalige dus je zei hij maakt in ieder geval zinnetjes in het Nederlands en tot jouw verbazing maakt die ook zinnetjes in het Duits. Maar hoe gaat het verder?

00:48:44 – 00:50:06
Leonie: Ja, ik kwam er dus achter dat het gewoon hartstikke ingewikkeld is om een kind in een aan de talig land op te voeden in je eigen taal, omdat je op allerlei momenten geconfronteerd wordt met mensen die de taal niet spreken en die willen betrokken zijn bij het gesprek, of die willen ook weten wat je aan het praten bent. Mijn moeder en mijn zussen voornamelijk, die willen heel graag dat ik Alexander tweetalig opvoed omdat ze anders bang zijn dat ze niet goed met hem kunnen communiceren. Mijn vriend, die heeft er heel veel moeite mee dat ik Alexander Duits leer, omdat hij dan ook niet zo goed, ja, hij voelt zich dan buiten gesloten. Dus hij heeft dan het gevoel dat hij het gesprek niet zo snel kan volgen en dat ie dat Alexander iets leert waar hij niet bij hoort of zo. Hij kan niet zo goed Duits, hij heeft eerlijk echt wel moeite om het te begrijpen. En ja, hij vindt het gewoon heel ingewikkeld dat Alexander iets heeft, een stuk met mij samen, waar hij helemaal niks van weet of kan. Maar ik ben dan weer bang als ik, want we zijn heel veel samen, als gezin natuurlijk, ik ben bang als ik heel veel Nederlands met Alexander Praat en we praten nu over best wel vaak niks, dan ben ik bang dat onze relatie taal meer Nederlands wordt en dat wil ik eigenlijk niet.

00:50:07 – 00:50:23
Sharon: Maar ik ben benieuwd even over waarom precies jouw jouw partner dit zo problematisch vindt. Dus is het, is hij bang om iets te missen? Of is het dat die jaloers is? Of ik wil niet woorden in jouw mond stoppen, maar ik probeer dat te begrijpen.

00:50:23 – 00:50:56
Leonie: En toen hij mij leerde kennen, wij nog geen kinderen hadden, er was nog nooit in aanleiding dat ik mijn cultuursoort van opdrong want ik ben heel erg Nederlands. Ik ben hier nu sinds achttien jaar, ik heb je GES gestudeerd en gewerkt en ik, ik ken Sinterklaas en ik weet dat je één koekje neemt bij de koffie en ik, ik weet heel veel Nederlands, ik weet hoe je gedraagt ik ken de grapjes het is niet per ze dat ik het per se heel erg ben, maar ik ken het dus. Zodoende denk ik ook dat hij heel erg dacht dat ik meer Nederlands ben, dat die misschien nu achterkomt of zo ja, dat is echt dan zeggen.

00:50:57 – 00:51:12
Sharon: Ik had ook. Toen je mij meldde, stelde ik voor om op zoek te gaan naar andere Duitstalige gezinnen, een soort ja Support netwerk van mensen om je heen die in dezelfde schuitje zitten. Ik had ook nog.

00:51:12 – 00:51:47
Leonie: Zelf bedacht, want dat hoorde ik ook van veel andere moeders, die vertelden dat ze eigenlijk dat ook niet verteld hebben, dus die hebben niet aan hun familie verteld. Het is moeilijk, ik weet niet hoe ik het moet doen, maar die zijn gewoon gestopt op een gegeven moment. Dus ik dacht ik heb het in ieder geval mijn hele familie verteld dat het in ieder geval wel moeilijk is uit enige de taal over te moeten brengen. En ik heb nu met mijn familie afgesproken dat Alexander vanaf volgend jaar of het jaar daarop in de zomer één week bij mijn familie kan logeren, zodat hij geconfronteerd wordt met de Duitse, dat hij Nederlands kan praten.

00:51:47 – 00:52:19
Sharon: Ja, ja, dat vind ik een heel goede. Dat niet alleen je hier, je omgeving ondersteuning kan bieden, maar ook je familie, dus in jouw geval in Duitsland. Want ja, het is ook in hun belang, natuurlijk dat alexander goed Duits leert, dus rakel ze gewoon maar in om dan ook ja wat je net zei, ik heb, ik heb je hulp nodig in. Ik durf te wedden dat er, ja dat er geen enkel opa of oma of tante of oom zal zijn die zegt: nee, dat wil ik niet.

00:52:19 – 00:52:21
Leonie: Nee, precies, en er is nog veel kinderen. Dat is ook leuk vook hem.

00:52:21 – 00:52:31
Sharon: Ja, als die kansen is, dan zou ik hem zeker pakken. Hoe ziet dan de toekomst uit voor Alexander, denk je, en z’n meertaligheid.

00:52:32 – 00:53:18
Leonie: Ik hoop dat dit een soort van want op zich zouden we nog wel meer kinderen willen. Ik hoop dat dat in die tijd mijn vriend zeg maar zich informeert en dat een beetje los kan laten, misschien zelfs Duits gaat leren, want dat zou misschien ook een oplossing kunnen zijn, dat hij gewoon ik weet dat het niet makkelijk is in taal te leren maken, maar dat ie dan toch misschien genoeg op kan pikken zodat die het eigenlijk niet meer zo erg vindt dat die het niet meekrijgt dus dan heeft ie nog ongeveer twee jaar de tijd en daarna hoop ik dat we samen kunnen leren over de Duitse cultuur en over over de Duitse taal. Dus ik hoop dat wij nou voor nou ja dan twee jaar, zoals daling van in mijn hoofd, samen hem kunnen empoweren, in Duits en mij. Dus ook ik heb ook hulp nodig.

00:53:19 – 00:53:33
Sharon: Ja, ik denk dat het een heel goed idee is, hoor dat als zij wat Duits zou kunnen leren, dat zou een heleboel oplossen. Eigenlijk. Nou, ik ben benieuwd, misschien vragen we je over twee jaar terug om te horen hoe het is gegaan met je

00:53:33 – 00:53:50
Sharon: We zijn inmiddels anderhalf jaar verder van ons eerste gesprek dat we net hebben gehoord, dus we zitten nog niet aan je, aan de daling van twee jaar die je jezelf had gegeven. Maar ik ben natuurlijk nog steeds heel benieuwd naar wat er in de tussentijd is gebeurd. Hoe is de situatie nu?

00:53:52 – 00:54:53
Leonie: Nou, ik kan me herinneren dat ik destijds nog midden in een verhuizing zat. Ja, dat klopt, en wij zijn ook verhuisd. Maar een jaar later ging de relatie uit met de vader van Alexander. Dus dat is dat veranderde ook onze gezinssituatie want Alexander natuurlijk een Nederlands sprekende vader, wat gewoon zijn moedertaal is en mij met Duitsers moedertaal en thuis spraken we dan eigenlijk. Daar waren we dus op uitgekomen Nederlands en ik spreek toen altijd als ik één op één was. Met Alexander sprak ik dan Duits. En nu is het zo dat de thuistaal voor Alexander nu gewoon Duits is. Omdat is geen Nederlander meer in huis.

00:54:53 – 00:54:57
Sharon: Ja, ja, ja, ja, ja, een gevoel. Hoe voelt dat zich?

00:54:58 – 00:55:39
Leonie: Nou, buiten, omdat het natuurlijk verdrietig is dat de relatie kapot is gegaan, voelt dat wel als een opluchting en ook bevrijding, want wij spreken nu in huis eigenlijk precies zoals ons het bevalt en ik denk dat het voor Alexander, Duitstalige gewoon heel erg goed is. Maar ook ik voel me het meest thuis in beide talen. Dus soms, dan vliegt er heel veel Duitse door mijn hoofd, maar soms ook heel veel Nederlands en soms is dat gewoon ook mixt dus dan spreek ik Alexander en ik ik denk als een buitenstaander zou horen, dan zou ik dat heel grappig vinden, want dan spreken we gewoon de hele tijd mix.

00:55:40 – 00:55:54
Sharon: Nou ja, dat hoort ook bij meertalig zijn, hè, dus ik denk dat, dat moeten we ook gewoon accepteren met allen dat dat is hoe wij meer taal met elkaar omgaan. Hoe gaat het met het Duits van Alexander?

00:55:56 – 00:56:52
Leonie: Ja, dat dat is dus hij heeft een hele grote, ik weet niet hoe je dat noemt passieve woordenschat hij kan dus alles in ieder geval begrijpen, dus ook als ik met hem praat. Hij volgt opdrachten gewoon in de supermarkt. Als ik zeg: haal de komkommer, dan loopt die naar de komkommer en haalt de komkommer, dan zeg ik het natuurlijk op zijn dit dus dus wat ik ook vraag, wat ik ook zeg, dat begrijpt ie eigenlijk al alles en hij praat heel veel, niks. Dus het doet zijn best. Hij zegt bijvoorbeeld nette, zeg maar mama, mogen wij voor de TV en dan TV, kokkin nou, zo zegt ie dat dan en dan ja, ik reageer daar gewoon op z’n Duits. Meestal herhaal ik meestal nog wat ie zegt op z’n Duits en dan geef ik antwoord nou perfect, toch ja.

00:56:52 – 00:57:54
Sharon: Ik bedoel, zo zou ik het ook doen. Ik bedoel niet dat mijn manier perfect is, dat voor voor de helderheid. Maar zo zou ik het ook aanpakken en ik denk dat is ook heel Normaal al zeker voor een kind dat heel veel Nederlands heeft gehoord in de eerste jaren dat die dat die de talen mixen op school. Want hoe oud is die nu? Hij wordt vier in februari, school moet nog komen, maar hij zit op de opvang, dus hij, hij krijgt ook Nederlands mee van de opvang. Dus waarschijnlijk nog ja dominant, zoals we dat noemen in het in het Nederlands. Ja, jullie hebben toen weten nog een een family language plan, dus een soort taal, taal, plan voor het gezin geschreven. Ik was benieuwd tot in hoeverre dat heeft geholpen om het gesprek aan te gaan over taalgebruik binnen jullie gezin toen en daar afspraken over te maken.

00:57:55 – 01:00:07
Leonie: Ja, dat was dus heel ingewikkeld. Ik had vooral het idee dat ik mijn Duitse familie heel erg aan boord wilde halen om te helpen, omdat ik me ook herinneren dat ik mij zo eenzaam voelde in het Duitstalige opvoeden en dat was dus in mijn relatie was dat gewoon ingewikkeld, omdat het omdat, maar ze daarvan de nut ook niet zo inzag eigenlijk en ik wilde ik had ook zo’n idee over vakanties daar bijvoorbeeld, dat je hem een weekend of een week naar mijn ouders brengt of dat mijn ouders hier komen en hem meeneem vanaf een bepaalde leeftijd. Dat was toen ook niet zo, dat kon toen ook niet zo goed besproken worden. En wat ik dus van het family language plan, dat, daar kwam eigenlijk niet zoveel van terecht. Omdat het niet zo omdat we dus niet zo goed eens werden over hoe we dat dan zouden gaan invullen maar wat ik wel daarin heb gedaan, is heel veel met mijn familie, dus wel daarover gesproken van: in hoeverre zijn jullie bereid om te helpen? Daarin? En en dat is heel mooi, want ik heb bijvoorbeeld ik denk dat ze zich nu veel meer bewust zijn van we moeten helpen om Alexander ook Duits te leren, Alexander het ook echt heel erg zijn best en en dat vind ik heel aandoenlijk omdat hij dus wel de nut inziet van het kunnen spreken, zeker met zijn neefjes en nichtjes en en dan heeft mijn vader bijvoorbeeld vorige keer dat wij daar waren, heeft heeft hij Alexander Tiptoe boek boeken gekocht. Dat zijn van die boeken met een, met een pen daarbij. En dan kan je in een boek op de figuurtjes klikken en dan praat die pen in feite met je, of je moet kleine opdrachtjes uitvoeren. En toen zei hij dus tegen mijn moeder tegen de oma van Alexander zei-die: ik heb voor Leonie, ik heb voor Alexander die boeken gekocht in het kader van taal, bevordering, zeg maar en dat dat vond ik dan weer weer heel liefdevol dat zij gewoon op die manier proberen om te helpen dat hij beter wordt in het Duits.

01:00:08 – 01:01:11
Sharon: Ja, dus het heeft zeker geholpen om ze echt expliciet te vragen van help mij even, want jullie, ja, jullie hebben ook een belangrijke rol te spelen. Die, ja, mooi ook een mooie tip die die boeken denk ik, maakten jullie alles dat spreekt of elektronisch is. Dat spreekt het jonge kind vaak aan, tot ergernis soms van de ouders, weet ik nog. Maar maar ja, goed dus dat, dat is fijn. Stel dat er andere ouders zijn die nu naar jou luisteren en die ook, nou ja, in dezelfde of enigszins dezelfde situatie, zich in dezelfde situatie vinden, die van jou een paar paar jaar terug. Wat ik daarmee bedoel, is dat? Nou ja, het was moeilijk om ja het onderwerp te bespreken en met elkaar eens te worden over taalbeleid in het gezin. Heb je misschien tips voor die ouders?

01:01:12 – 01:03:39
Leonie: Ja, ik denk over dat dat je je buitengesloten voelt. Ik denk dat het, want dat was namelijk het probleem van mijn expert naar hij zei van je kan het niet begrijpen en het is iets exclusiefs dat jullie met elkaar hebben en ik hoor daar dan niet bij en daarin voelde hij zich buitengesloten en hij begreep dus totaal gewoon letterlijk niet goed. En dat was dus ons hoofdprobleem en daarom wilde hij ook eigenlijk niet dat Alexander Duits leerde. Hij wilde wel dat hij het kon, uiteindelijk omdat hij de nut in zag van met je oma kunnen communiceren of met met je familie kunnen communiceren. Maar hij wilde niet zoveel. Hij wilde niet dat wij het met elkaar spraken omdat hij ja, dat dan niet kon volgen. En ik merk nu zelf ook bij Alexander dat als wij met de Duitse familie zijn, hoe ongemakkelijk hij zich kan voelen als hij niet begrepen wordt en ook als ze gewoon snel met elkaar schakelen. Ze zijn ook nog allemaal ouder dan hem en zij schakelen snel met elkaar en hij kan niet eens naar voor ogen. Dan volgt hij het, maar dan reageert hij op zijn Nederlands. Nou, dat kunnen zij weer niet verstaan. Kinderen kunnen ook soms een beetje wreed zijn, dus die zeggen dan van: ik versta je niet of praat gewoon Duits terwijl hij al zijn best doet en daarin heb ik wel gemerkt hoe, hoe, hoe taal, verbale taal toch ook belangrijk is en de herfst soms de norm over dat er ook heel veel over verbale taal belangrijk is. En kinderen kunnen zonder woorden spelen. Dus ik ik kom nu doel aan mijn tip. Ik dacht wel, het is waarschijnlijk wel heel handig OM-niet. Zo met je hakken in het zand te gaan en te denken van: ja, stel je niet zo aan en het is toch maar kindertaal maar om daar gewoon goed bewust van te zijn, als iemand die taal echt niet beheerst, het is toch een beetje een soort van ongemak, wat je dan krijgt en een soort van toch wel ook een beetje een soort van buitengesloten voelen. En ik denk pas als je bij die bij die laag komt van: Goh, ik begrijp jou en ik snap dat het zwaar voor is, heeft de ander misschien ook meer ruimte om te zeggen van hé, ik ga met jullie mee leren, bijvoorbeeld. Dat was toen één zo’n idee: wat ik had van leer dan ook Duits, nee, maar daar daar kwamen we niet. Ik denk omdat ik te te eager was in het Duits van Alexander en te weinig begrip had voor de taal.

01:03:41 – 01:04:01
Sharon: En en bedoel je daarmee door, nu dat je gezien hebt hoe het soms met Alexander gaat, hè met z’n nichtjes of lafjes dat ik niet begrepen zich niet begrepen voelde, of misschien een beetje buitengesloten dat jij dan nu beter begrijpt hoe het voor jouw ex-partner was? Hoe bedoel je dat?

01:04:02 – 01:04:17
Leonie: Ja, ja. Ik kan me meer met mijn kind meevoelen op dit vlak en ook hoe ik zie hoeveel moeite het doet, en kan ik toch meer empathie opbrengen dan toen in de situatie met een expert.

01:04:17 – 01:04:30
Sharon: Heel belangrijk om te spreken. Soms kom je met elkaar uit en soms niet. Soms niet. Wat! Wat hoop je dat de toekomst brengt voor Alexander en z’n meertaligheid.

01:04:31 – 01:05:33
Leonie: Nou, ik, ik zie dat Alexander ongelooflijk zijn best doet en dat vind ik gewoon al wel heel erg respectvol omdat een tweede taal leren helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Dus dat vind ik heel fijn. Dus ik hoop dat Alexander met zijn meertaligheid dat die daarbij blijft, dat ie niet gefrustreerd raakt, of ook dat het soms niet lukt, of dat die dat die veel mixt of dat Nederland zijn dominante taal blijft. En ik hoop heel erg dat hij begin relaties op te bouwen met of dat dat lukt om relaties op te bouwen met Duitstalige neefjes nietjes maar ook vriendinnen, en waarvan de kinderen, omdat mijn mijn wereld is, nou ook één keer mixt en wij horen, Alexander en ik horen bij elkaar en ik zou het zo jammer vinden als die wereld voor hem wat minder toegankelijk is. De wereld van mijn familie, van mijn vrienden, van van de kinderen, van mijn vrienden zijn gewoon enorm veel mensen.

01:05:34 – 01:05:38
Sharon: De heel eentje eentalige Duitse situatie, dat bedoel je?

01:05:38 – 01:05:46
Leonie: Ja en zij kunnen, maar mijn moeder, die leert wel Nederlands, maar de rest spreekt het echt niet. Ook dus daar, daar kom je ook niet ver met Nederlands.

01:05:46 – 01:06:26
Sharon: Ja, ja, je zei, er is niemand anders in huis. Ik wil geen aannames doen, maar maar je bent alleenstaande ouder, denk ik. Nou ja, ik weet dat ik in het verleden ook daar vragen over heb gekregen van van ouders, van: ja, hoe, hoe moet ik dat aanpakken? Want nou ja, ik ben de enige bron van die taal. Nou ja, dat blijft misschien zo ongeacht of je alleenstaande ouder bent of niet, maar ook hoe zorg ervoor dat mijn kind genoeg Nederlands krijgt? Moet ik ook Nederlands met mijn kind aan praten? Heb je daar tips over? Uit je ervaring tot nu toe?

01:06:26 – 01:07:59
Leonie: Ja, zelfs als het zo zou zijn dat ie niet naar de kinderopvang ging en dat wat wij hier zo samen in zo’n dubbel zouden liggen, zou ik me nog geen zorgen maken over het Nederlands, want zodra je uit huis gaat, zodra je bij de voordeur links of rechts afslaat ben je al met Nederlanders samen. Waar ik me soms zorgen over maak en dat dat vind ik dus ook weet ik niet of dat terecht is. Dat vind ik lastig. Als je zo met z’n tweeën bent, dan heb je een heel beperkt woordenschat maar dan in je, in je moedertaal want wat we tegen elkaar zeggen is eten, drinken, tv-kijken koken. Het zijn allemaal woorden die te maken hebben, eigenlijk met het leven in en om huis. Als we buiten zijn, dan worden we al heel snel weer het Nederlands ingetrokken. En ik voel nou geen politieke gesprekken met mijn zoon van drie nog aan tafel. Dat ons precies, dus ik dacht wel, hoe kan ik nou, want met kinderen bijvoorbeeld, dat is me dus opgevallen toen we op vakantie waren en mijn neefjes nichtjes en we waren nog met een ander Duitstalige gezin. Er zijn zoveel meer woorden die je eigenlijk nodig hebt om goed te kunnen communiceren met vrienden, want dat is weer een heel ander gebied. Dus dus daarvoor vond ik dus luisterboeken TV op z’n daar en die tipt boeken die helpen gewoon een een ander woordenschat schat te creëren.

01:07:59 – 01:09:54
Sharon: Ja, nee, daar heb je gelijk in en het is ook zo hè, dus je praat vaak over hetzelfde onderwerpen zeker als kinderen klein zijn en het is dan inderdaad belangrijk om ervoor te zorgen dat je ook divers taalaanbod ambte ja, met luisterboeken aan de slag gaan, zo lang mogelijk volhouden dat er vooral Duitstalige TV of abs of zo gebruikt of bekeken worden en en met met met boeken, luisterboeken of gewoon voorlezen, dan kom je vanzelf allerlei nieuwe woorden tegen, dus allerlei nieuwe werelden tegen. Dus dat is ook een heel erg mooie manier om voor verschillende woordenschat te zorgen. En ja, over dat herken ik ook, hè dus dat dat ja praten tegen een kind, zoals andere kinderen tegen elkaar praten in het Duits, als hij dat niet doet, dan weet je misschien niet zo goed hoe je dat moet doen, maar ik durf te wedden dat als hij drie weken in Duitsland zou zitten of misschien heeft ie de hele vakantie voor nodig, zo dat ie en dan met Duitse Duitstalige nichtje, zijn neefje zou spelen, dat ie dat dan wel zou weten. Dus het is ja, de de woorden die je kent en ook de manier van jezelf uitdrukken dat is ook ons context afhankelijk. Dus ik kan me ook niet zo goed verwoorden, soms in het Engels, in een bepaalde soort meeting omdat die die nooit in het Engels heb, hè, en je hebt dat vast wel ook met dingen in het Duits voor jezelf. Dus ja, ja, dus ik zou zeggen: ja, veel veel woordenschat veel verschillende worden dat echt juist aanpak en en de rest komt wel op een moment dat die het echt nodig heeft.

01:09:55 – 01:11:07
Leonie: Ik vond ook nog heel interessant over complimenteren daarover na te denken, want aan de ene kant wil je dat het een soort van vanzelfsprekendheid is, omdat het jou eigen, omdat het mijn eigen moedertaal is. Is het niet iets waarvan je denkt: oh, nou, dit is knap, aan de andere kant is het voor Alexander wel de tweede taal en het is wel knap. En nou, ik zeg dus ook net zei ik nog tegen en ik zei: hoe heet spin op zijn buit? Want ik had hem in mijn hand. Hoe heet spin op zijn buit? En toen zei-die: pijn is geen pijn, pijn is ook geen pijn. Ik weet het eigenlijk niet meer. En toen zei-die: zei van Nola en toen zei-die: oh, ja, nola maar dat sprak die heel netjes uit en toen dacht ik: oh, dat is ook goed om dat gewoon wel te zeggen, maar oh, die spreek je heel netjes uit, snelle, je wist het niet meer, maar je kan het zo zeggen. Het is toch wel dus dat daar had ik laatst ook nog over nagedacht van dat je dat je de tweetaligheid van je kind niet zomaar vanzelfsprekend ziet.

01:11:08 – 01:11:37
Sharon: Ja en zeker, als je weet dat hij het nou ja, moeilijk vindt, want ik kom niet op het juiste woord dat je dan en je zegt van nou, knap van jou dat je dat nog herkent of dat je dat zo mooi kan zeggen. Ja, ik denk dat we het hierbij laten. Heel fijn om nog met jou te spreken, om te horen hoe het is gegaan. Ik hoop heel erg voor je dat het meertalige rijs zich op een mooie manier voortzet dank je wel.

01:11:37 – 01:14:55
Sharon: Wat ik terug hoor in mijn gesprekken met Leonie, Marjolijn en Liz is dat het heel belangrijk is om realistische verwachtingen te hebben van wat wel of niet haalbaar is, gegeven de omstandigheden waarin jouw gezin zich bevindt het meertalige opvoeden gaat niet helemaal vanzelf, soms helemaal niet. Soms gebeuren er dingen in het leven die even belangrijker zijn of die je niet hadden verwacht. En wat betreft de meertaligheid kan dat soms goed uitpakken en soms wat minder. Wat duidelijk uit alle drie de gesprekken naar voren komt, is hoe belangrijk het is om te praten en blijven praten met je kind, je partner, de bredere familie en de mensen om je heen. Het meertalige opvoeden is echt een reis. Het duurt lang, je weet niet altijd waar je heen gaat, waar je eindbestemming ligt, en het is bijna zeker dat je onderweg meerdere kronkels in de weg gaat tegenkomen maar die reis kan ook heel leuk zijn. Onderweg ontdek je van alles en nog wat over jezelf, over je partner, over de maatschappij waarin je woont en natuurlijk ook over je kind. Geniet van die reis, zou ik zeggen, en koester die superpower die je jouw kind cadeau geeft. Lieve luisteraars, we zijn bijna aan het einde van deze laatste aflevering. Ik wil jullie heel erg bedanken. Bedankt voor het luisteren, voor jullie enthousiaste reacties en aan iedereen die ook vriend van de show is geworden. Bedankt ook voor jullie centjes dit laatste seizoen van Kletsheads is mede mogelijk gemaakt door een gift van Habilnet, het netwerk harmonische tweetaligheid. Daarvoor wil ik Anieke De Houven hartelijk bedanken. Het is echt heel fijn geweest om dit jaar de podcast onder werktijd te kunnen maken in plaats van op mijn vrije dag. Het feit dat dit de laatste aflevering is, betekent gelukkig niet dat de podcast helemaal verdwijnt. Helemaal niet zelfs, want alle afleveringen blijven beschikbaar op de website en in je podcast, Ab. Dus als je Kletsheads pas onlangs hebt ontdekt en graag naar nog meer toffe afleveringen wilt luisteren, dan kan dit gewoon en niks houdt de trouwe luisteraar tegen om opnieuw te genieten van je lievelings afleveringen. Zoals ik aan het begin al zei, sluiten we de podcast af met een gedicht. Het gedicht is geschreven, wordt voorgedragen door spokenword dichten Wieke Vink. In haar woorden is het een cadeau an de podcast. Een cadeau waar ik heel erg blij van wordt, en jullie hopelijk ook. Het gedicht vind je ook op de website, dus als je hem ook na wilt lezen, dan kan dat. Het is een ware reis door de podcast en trouwe luisteraars zullen er denk ik veel in herkennen, dus dan zeg ik voor de laatste keer veel luisterplezier.

01:14:55 – 01:17:45
Wieke: Tweedonkern

Als de verhalen
In meerdere talen
Van de tong af rollen
 
Als de wereld steeds groter
En steeds kleiner wordt
 
Als de zinnen
Niet in hokjes
Niet ingeboxt kunnen worden
 
Maar in plaats daarvan
Instead
Een heel pallet
Aan nieuwe werelden opent
 
Dan is dit een ode aan alle kinderen
Alle docenten ouders spraakconsulenten
Die mooie keuzes maken
Over thuis- en erfgoed- en gemeenschapstaal
 
Die zachtjes wiebelen aan de tafelpoten
Van eentalige conventies
 
Met harmonische tweetaligheid
En meertaligheid in de klas
 
Want daar liggen
Zonder kosten
Met soms wat zorgen
Culturele schatten verborgen
 
En dan is dit – met de kennis van nu –
Un petit coup d’amour
Voor een meertalig morgen
 
Want als je van de gebaande paden af gaat
Komt een trein met een korte -ei nimmer te laat
En ‘kiek an’
Zeggen ze dan
 
En jij weet dat ‘kijk’ met lange -ij wordt geschreven
 
Misschien weet je niet
Hoe je je talen schrijft
Maar ken je ze wel als de klank van je leven
 
En daar waar in lockdown
Onze toegang tot taal
In rusteloze ruimtes aan banden werd gelegd
 
Was er ruimte voor het leren kennen
Van nieuwe letters
Zoals de Arabische 3 an de Duitse ringel-S
 
En moelijke taal?
Wat zeggen die Nederlanders met hun harde en zachte -gen nou helemaal
 
Perhaps it’s time for translinguaging
 
Want als de druk op onze ecosystemen toeneemt
Is er een heel ecosysteem aan boeken te lezen
 
En is het leren van een taal
 
Van Pashtoe tot Tigrinya
Van Fries tot Frans
 
Een remedie
 
Niet als het moet
Maar als het mag
 
Want het leren van een taal is langzaam werk
En meestal in verbinding
 
Met de mensen die ons voorgingen
En de toekomst die we nog willen maken
Taal als een vertrouweling
Als klanken die met je mee reizen
Die in je opborrelen
 
Als actieve kennis
Of herinnering
 
Aan een tijd waarin er iemand zo tot ons sprak
 
Met mensen die het allerliefst in hun eigen taal
In hun eigen talen
Tellen of ruzieen of liefhebben

Lieve meertalige kinderen
Dit gedicht is voor jullie

Weet dat het oke is
Hoe je het ook doet

Er zullen altijd mensen zijn
Die van alles zullen zeggen

Maar jij, jij hebt je tussentalen

Niet als gave
Niet als opgave

Maar als iets dat bij je past
En dat is een groot goed

Van de taal van troost
Tot de talen van je huisdieren

Niet allemaal in een podcast te vatten
Maar wel veelzijdig in een podcast te vieren

Dit is een ode aan kinderen als jij
Allemaal verschillend
Die elk op hun eigen manier
Als bruggen hun talen belopen
De talen op hun beloop laten gaan

In de twilight
De tweedonkern
Waar dromen ontstaan

01:17:45 – 01:18:22
Sharon: Wil je meer weten over Kletsheads, ga dan naar http://www.kletsheadspodcast.nl. Daar vind je ook meer informatie over deze aflevering. Wil je geen aflevering missen aboneer je dan op Kletsheads via je favoriete podcast app. Kletsheads vind je ook op Facebook, twitter, insta en Linkedin, onze naam is @kletsheads. En al ken je iemand die de podcast misschien leuk vindt en die hem nog niet kent, dan zou ik het heel fijn vinden als je hem zou delen. Bedankt voor het luisteren en graag tot volgende keer.

Comments are closed.