Meertalige gezinnen in lockdown [Transcript]

januari 14, 2022

00:00:15
Sharon Unsworth: Welkom bij Kletsheads. De podcast over meertalige kinderen. Mijn naam is Sharon Unsworth, taalwetenschapper aan de Radboud Universiteit Nijmegen en moeder van twee meertalige kinderen.

00:00:27
Sharon Unsworth: Daar zijn we weer en dit keer met een speciale aflevering van Kletsheads over de impact van de lockdown op meertalige gezinnen. De basisscholen hier in Nederland zullen binnenkort opengaan, dus dit is misschien voor vele luisteraars een beetje mosterd na de maaltijd, maar ik hoop dat jullie dit alsnog interessant vinden. We gaan het hebben over hoe meertalige gezinnen het thuisonderwijs hebben aangepakt en we spreken ook over de positieve, soms ook negatieve ervaringen van meertalige gezinnen tijdens de pandemie. Door met de podcast. Net zoals veel landen in de wereld zitten we op dit moment hier in Nederland, en ook in België, in een strenge lockdown. Voor heel veel gezinnen betekent dit dus thuiswerken en thuisonderwijs, een combinatie die niet vanzelfsprekend is. Als thuiswerkende ouder met twee kinderen op de basisschool weet ik daar alles van. Het is niet alleen een kwestie van de tijd die je kwijt bent aan het begeleiden van het thuisonderwijs, het is ook soms echt lastig. Hoe werkt Teams nou? En weet je zeker dat je die ene opdracht mag overslaan? En ja, ik weet ook niet één, twee, drie, hoe je 540 gedeeld door 15 moet uitrekenen, en dan wel precies op dezelfde manier als de juf het doet. Het zijn dus uitdagende tijden en dan heb ik het nog niet gehad over de vraag of er voor iedereen en laptop of een tablet beschikbaar is, of er genoeg ruimte in huis is, zodat iedereen rustig kan werken en hoe je met z’n allen moet leren omgaan dag in, dag uit. Dit zijn uitdagingen die voor alle gezinnen gelden, maar voor meertalige gezinnen komen er ook andere uitdagingen bij. Hoe begeleid je je kind met het thuisonderwijs als je zelf Nederlands aan het leren bent? Wat voor tips kun je als leerkracht geven aan ouders die de Nederlandse taal niet machtig zijn en hoe kun je thuisonderwijs van je kind het beste ondersteunen als je wel in staat bent om Nederlands te spreken, maar in feite dit nooit doet met je kind? Moet je overschakelen naar het Nederlands? Of mag dit ook in je moedertaal? Dit zijn allemaal vragen die de afgelopen weken aan mij zijn gesteld en dus dacht ik hoog tijd om een aflevering van Kletsheads hier aan toe te wijden. Nou, helaas lukt het me niet om denk ik, begrijpelijke redenen, dit sneller te doen en in feite zitten we in ieder geval wat de basisscholen betreft, bijna aan het einde van de lockdown. Of in ieder geval van deze lockdown. We hopen natuurlijk dat dit de laatste was, maar als we één ding hebben geleerd de afgelopen 12 maanden is dat we niet altijd kunnen weten wat op ons af gaat komen. De basisscholen in Nederland gaan dus weer open, maar in België blijven ze in ieder geval nog een maand dicht. En ook middelbare scholieren hier in Nederland zullen het voorlopig vol moeten houden met online les, net zoals kinderen van alle leeftijden in gezinnen, met de kwetsbare ouders of broers en zussen die dus ook niet zomaar terug naar school mogen. Wat jullie horen in deze aflevering is een combinatie van ervaringen van ouders en leerkrachten, verzameld door mij en mijn gast Tessa Mearns, waar mogelijk ook gekoppeld aan inzichten vanuit de wetenschap. Er is natuurlijk niet veel onderzoek gedaan dat specifiek gaat over de impact op de pandemie op meertalige gezinnen. Maar ik vertel je aan het einde over de eerste resultaten uit een onderzoek in het Verenigd Koninkrijk en over een vergelijkbaar onderzoek dat wij ook aan het opzetten zijn en waar we ook jullie hulp bij nodig hebben. Meer daarover later. We beginnen eerst met de ervaringen van gezinnen waar thuis geen Nederlands gesproken wordt of omdat dat de ouders het Nederlands kunnen of omdat ze normaal een andere taal spreken met hun kinderen. Hiervoor sprak ik met Tessa Mearns, onderzoeker, docente, coördinator van de World Teachers Programme, aan de lerarenopleiding aan de Universiteit Leiden. Zoals jullie zullen horen, is Tessa ook moeder van twee meertalige kinderen en ik vroeg aan haar hoe zij en haar gezin de lockdown hebben ervaren.

00:04:42
Tessa Mearns: Een van de dingen die mij is opgevallen in deze lockdown en ook in de eerste lockdown, is dat ik ineens heel erg bewust van ben van het feit dat wij eigenlijk een buitenlands gezin zijn. Ik heb twee kinderen op de basisschool. Mijn jongste dochter is vijf, die zit in de kleuterklas en mijn oudste dochter is acht en die zit in groep 5. Mijn man en ik zijn allebei Engelstalig. We komen allebei uit Groot-Brittannië. Onze thuistaal is gewoon Engels. We spreken allebei redelijk Nederlands dus wij kunnen met de meeste dingen die op school gebeuren, worden wij gewoon in meegenomen. Wij voelen ons nooit buitengesloten, omdat we niet uit Nederland komen, maar ineens tijdens de eerste lockdown viel het me op dat mijn kinderen heel weinig in contact kwamen met de Nederlandse taal. Ja, als lerarenopleider ben ikzelf natuurlijk heel erg bezig met allerlei kwesties rondom het onderwijs en één van de dingen die mij heel erg bezighoudt daarin is de kwestie van inclusie en het feit dat het belangrijk is in de maatschappij, en dus ook in het onderwijs, om niet alleen uitgenodigd te worden voor het feest ook, maar ook dat je gevraagd wordt om te dansen tijdens het feest. Dus het idee dat je, het gevoel dat je erbij hoort en tijdens deze lockdown word ik er steeds van bewust dat wij toch niet alles snappen en ook dat onze kinderen toch wel een andere ervaring hebben tijdens deze lockdown dan kinderen uit een Nederlandstalig gezin. Ja, wij wonen nu al 11 jaar in Nederland en mijn man en ik. Ik heb zelf ook een Nederlandse moeder, dus ik heb ook wat meer ervaring met Nederlands. Maar toch snappen wij niet alles van de cultuur. Wij merken ook soms met dit soort werkjes dat onze kinderen krijgen, zelfs de manier waarop zij letters moeten schrijven, dat dat anders is dan hoe wij het geleerd hebben. Dat hebben we altijd gezien. Wij moeten ze daarin ondersteunen nu. Ik kan niet zomaar een schrijfletter voordoen. Ik moet dat zelf opzoeken en oefenen voordat ik daarmee kan helpen, dus dat is niet alleen een kwestie van taal, maar ook van cultuur. Of er wordt een opdracht meegegeven over spreekwoorden in het Nederlands, dan moeten wij gewoon gaan googelen soms, soms weten we niet.

00:07:06
Sharon Unsworth: Ik kom ook zelf uit Groot-Brittannië, dus onze cultuur is enigszins vergelijkbaar met de Nederlandse cultuur. Wij spreken allebei goed Nederlands, we zijn allebei hoogopgeleid en werken ook heel veel met taal, en toch ervaren wij wel problemen. Of in ieder geval gaat niet allemaal vanzelf. Hoe gaat het dan, denk je met andere gezinnen, waar misschien de ouders niet zo geïnteresseerd zijn in taal zoals wij? Of, ja, die misschien niet Nederlands spreken.

00:07:35
Tessa Mearns: Dit is iets waar ik dus heel erg mee bezig ben geweest. Ik voelde aan tijdens de eerste lockdown, ik dacht oh, jee wat gaat dit nou worden voor veel gezinnen, omdat ik het bij mijn gezin al merkte, dacht ik van oh, hoe zal het dan voor bijvoorbeeld vrienden van mijn kinderen, die ouders hebben die helemaal geen Nederlands spreken of heel weinig Nederlands spreken? Ik heb van meerdere mensen verschillende dingen gehoord en ik merk dat het echt wel een rol speelt voor hun kinderen dat het ouders opvalt dat hun kind echt achteruit gaat in het niveau van Nederlands. Dat zie ik ook mijn eigen dochter bij spelling waar ik hoor van andere ouders dat ze echt voor hun kinderen gewoon de hele week bijna geen woord Nederlands spreken en dat ze echt dat verschil zien, dat het ook gewoon in die tijd dat ze weer naar school gingen, dat het daar ook echt te zien was dat ze eigenlijk achteruit gegaan natuurlijk.

00:08:32
Sharon Unsworth: Als dit de ervaring is, is dit de ervaring van mensen. Ik denk dat het ook wel belangrijk is om wetenschap en te zeggen nou ja, of dit echt zo blijft of het daadwerkelijk gemiddeld gezien echt zo is dat kinderen die thuis geen Nederlands horen echt achteruit gaan, dat moet blijken eigenlijk. Ik weet niet eens of daar onderzoek naar gedaan wordt, maar toch, dat hoor jij en dat hoor ik ook van ouders.

00:08:56
Sharon Unsworth: Dit hoor ik ook van leerkrachten. Bijvoorbeeld, Pepita Franken, kleuterleerkracht op de Denise school in Amstelveen, een school met veel anderstalige leerlingen, vertelde mij ook dat het bijhouden van de Nederlandse taal voor gezinnen zonder Nederlandssprekende ouders een uitdaging was. Zeker in deze tweede lockdown, nu dat zij de impact van de eerste lockdown vorig jaar hadden meegemaakt. Ik sprak ook met Bertie Menken, intern begeleider, adjunct-directeur van Amstelland, een internationale school en taalschool Amstelland en zij vertelde mij dat veel scholen voor dit soort leerlingen nu noodopvang bieden. Vooral voor nieuwkomers, dus kinderen die vanuit een ander land naar Nederland of België gekomen, is dit belangrijk. Normaal gesproken, op school horen ze de hele dag Nederlands, maar door de lockdown is dit nu misschien teruggebracht naar een kwartier of een halfuurtje per dag online. Zij merken dat dit zeker gevolgen heeft voor de actieve woordenschat van hun leerlingen. Ik vroeg aan Tessa wat zij en wat andere ouders hebben gedaan om ervoor te zorgen dat hun kinderen meer in contact komen met het Nederlands.

00:10:05
Tessa Mearns: We hebben in Nederland natuurlijk het geluk dat we wel nog een beetje naar buiten mogen en dat kinderen wel met elkaar mogen spelen. Dat is niet in alle landen zo, dus we hebben daar echt geluk in, dus dat ze echt proberen om al mijn kinderen naar de speeltuin te laten gaan of ze daarheen te brengen als ze te klein zijn om daar in contact te zijn met leeftijdsgenoten, waar ze gewoon in het Nederlands mee kunnen communiceren. Ik hoor veel waardering onder ouders voor, ook bijvoorbeeld als er Google Meeting of een Zoom Meeting of zo is met de klasgenoten dat ze daar veel waarde aan hechten, aan die contact. Met meertalige kinderen heeft het natuurlijk ook waarde voor de taal.

00:10:42
Sharon Unsworth: Heb je andere tips voor ouders?

00:10:45
Tessa Mearns: Televisie is natuurlijk altijd een optie, maar we zitten wel veel achter schermen op dit moment. Maar je kunt ook een beetje kieskeurig daarin zijn. Iets wat wij hebben ontdekt als gezin in de hele corona periode is het Jeugdjournaal. We zijn echt trouwe kijkers van het Jeugdjournaal en soms gebeurt het ook dat ik zelf iets over het nieuws niet weet, omdat ik alleen naar het Jeugdjournaal heb gekeken.

00:11:09
Sharon Unsworth: Heel herkenbaar.

00:11:10
Tessa Mearns: Het Jeugdjournaal is echt heel fijn, omdat het ook gewoon een taal is wat voor de kinderen heel toegankelijk is. En ze hebben het ook over iets heel zinvols en heel relevants en dat kan ook helpen om alles over corona en zo ook een beetje te verwerken en te begrijpen. We lezen soms voor in het Nederlands. Ik hoor dat ook van andere ouders. Maar ik denk ook dat het nuttig kan zijn voor ouders, als ze het zelf niet zo fijn vinden om voor te lezen, om toch gewoon audioboeken aan te schaffen. Veel bibliotheken hebben allerlei mogelijkheden nu om toch op afstand aan audioboeken te komen zodat hun kinderen toch een beetje meer kunnen luisteren naar Nederlands. Je hebt ook podcasts die gericht zijn op kinderen.

00:11:53
Sharon Unsworth: Als podcaster ben ik zelf heel enthousiast om dit idee. Op kinderpodcast.nl vind je een heel mooi overzicht van allerlei podcasts voor kinderen tussen de drie en veertien jaar, dus voor iedereen wat wils. Twee favorieten in ons huis zijn de podcast van het tv-programma het Klokhuis. De eerste podcastreeks gaat over uitvindingen. En hier zijn we ook liefhebbers van De Waanzinnige Podcast, een podcast waarin kinderen over hun lievelingskinderboeken vertellen. Kletsheads heeft vorig jaar met De Waanzinnige Podcast samengewerkt in de aflevering ‘Kletsheads lezen voor’.

00:12:32
Tessa Mearns: Iets wat wij hebben ontdekt, dus af en toe houden wij toch een online feestje. Ik weet dat het mag, maar sommige ouders vinden het echt niet fijn om hun kind echt gewoon naar andere mensen in huis te sturen. En dat snap ik heel goed, dat doen wij ook op dit moment niet veel, maar dan kan je gewoon echt met een vijftal kinderen prima in een Google Meet of in Zoom of zo toch afspreken. Met iets oudere kinderen gaat het dan vanzelf met die communicatie. Iets jongere kinderen hebben er een beetje steun bij nodig, maar je kunt ook allerlei leuke opdrachten voor ze verzinnen of spelletjes, dat ze echt wel met leeftijdsgenoten toch in contact kunnen komen. En ik denk dat er heel veel opties zijn voor mensen die toch wat meer Nederlands in huis willen brengen, ook als ze dat zelf niet zo heel goed kunnen.

00:13:15
Sharon Unsworth: Oké, zijn ook, denk ik, handig tips die ouders aan elkaar kunnen doorgeven, maar ook tips die leerkracht kunnen doorgeven aan ouders.

00:13:23
Sharon Unsworth: Tot nu toe hebben we het gehad over hoe je ervoor zorgt dat je kind genoeg Nederlands hoort tijdens de lockdown. Iets anders waar sommige meertalige ouders mee worstelen, is welke taal ze moeten gebruiken als ze kinderen willen helpen met hun schoolwerk. Nou, als je zelf geen Nederlands kunt, dan is er in feite geen keuze. Maar als je zelf wel Nederlands kunt, wat doe je dan? Is het beter om over te schakelen naar het Nederlands voor het thuisonderwijs? Of kun je ook net zo goed door blijven praten in je eigen taal? Van verschillende ouders hoor ik dat als zij overschakelen dit negatieve gevolgen heeft voor de ontwikkeling van de niet-Nederlandse taal van hun kinderen. Carrie Coupens liet bijvoorbeeld weten dat haar Franstalige man voor de hoofdmoot van de thuisonderwijs zorgt in hun huis en dat dit ten koste gaat van het Frans dat hij normaal spreekt met hun twee jongens. Ook Dari Kasimenova ziet negatieve gevolgen voor het Russisch van haar kind. Zij spreekt Russisch met haar zoon en haar man Nederlands, maar als hij bezig is met het thuisonderwijs schakelt zij over naar het Nederlands, omdat hij de juiste termen niet kent in het Russisch, en dus zou het voor hem veel meer tijd kosten om z’n schoolwerk in het Russisch te bespreken of het zou gaan ten koste van z’n motivatie. Dari schrijft dat ze dit enorm jammer vind, want het Russisch was al niet zo sterk in vergelijking met het Nederlands en nu is het nog een stap achteruit gegaan. Ik vroeg aan Tessa hoe haar gezin en de gezinnen die zij kent dit aspect van het thuisonderwijs hebben aangepakt.

00:14:55
Tessa Mearns: Dat is wel heel interessant. Ik heb veel verschillende dingen gehoord en ja weet je, ik zit zelf in het onderwijs en ik ben ook steeds aan het zoeken van hoe doe ik dit. Dat punt dat je maakt over, je spreekt wel Nederlands, maar je bent niet gewend dat thuis te doen, dat speelt natuurlijk ook een rol. Ik vind het soms echt heel interessant om te merken hoe wij nu meer, eigenlijk, tweetalig met elkaar ook gaan. Dat als we bezig zijn met hun schoolwerk, dat we ineens toch aan het switchen zijn tussen de verschillende talen, dat gaat bij ons wel redelijk, dat vinden we niet meer gek. Dat vonden we in het begin wel een beetje raar, maar we zijn het nu inmiddels gewend. Wat ik hoor van ouders die zelf minder Nederlands spreken, is dat ze ook bang zijn om dingen verkeerd uit te spreken, bijvoorbeeld als het gaat om een dictee. Een ouder uit de klas van mijn oudste dochter vorig jaar, het eerste dictee wat gekregen moesten wij als ouders afnemen en ja, gelukkig, hé, was zij gewoon direct genoeg om een mail naar de juf te sturen van ja, dit kan ik wel doen, maar ik denk niet dat het een goed idee is. De school heeft dat meteen opgepakt en heeft daarna gewoon alle dictees of via een filmpje gedaan, of tijdens de Google Meet of zo, zodat het echt wel door de leerkracht werd afgenomen en niet door een ouder die het misschien niet op dezelfde manier uitspreekt als de leerkracht. Ik hoorde juist laatst van een Vlaamse collega van mij dat hij hetzelfde probleem had.

00:16:32
Sharon Unsworth: Maar zelfs als het opgenomen wordt dan heb je het probleem, ja, hoe help jij je kind om dat na te kijken als jij Nederlands niet zo goed beheerst?

00:16:41
Tessa Mearns: Ja, dat klopt en dat vinden ouders nog steeds lastig. Dat heb ik niet echt vanuit ouders veel oplossingen voor gevonden en vandaar dat ik ook denk ik, ja, school kan er ook een hele belangrijke rol in spelen. Ik was echt heel blij om te horen dat is gewoon zo goed heeft opgepakt die dictees echt meteen toch door de leerkracht werden uitgesproken, maar dat er bijvoorbeeld genoeg antwoordmodellen beschikbaar zijn voor ouders. Ik denk sowieso dat dat een goed idee is, ja, want anders heb je een te groot verschil tussen leerlingen met ouders van verschillende achtergronden of alle aspecten. Maar ja, ik denk dat je soms ook gewoon duidelijk moet maken aan de school wat je wel en niet kunt. En ik denk, ja, de scholen, die doen het echt fantastisch over het algemeen. Ik weet dat er onderzoek is geweest naar de ervaringen van ouders in de eerste lockdown hoe ze vonden dat hun school het oppakte en dat was over het algemeen best wel positief en ik denk dat scholen ook echt open staan voor input van ouders over dit soort zaken.

00:17:46
Sharon Unsworth: En één vraag die ik de laatste tijd hebben gekregen van ouders is wij spreken een andere taal thuis. Mag ik het gewoon dan in die andere taal uitleggen? Mijn antwoord is, ja, doe, maar. Hoe sta jij daarin?

00:18:02
Tessa Mearns: Dat doe ik ook. Ik merk soms wel dat ik toch, zoals ik zei, ik ga switchen, maar ik probeer wel om ervoor te zorgen dat ook als wij het daarover hebben in het Engels dat zij wel de juiste begrippen, de juiste termen weten in het Nederlands. Het hangt ook een beetje van het onderwerp af. Mijn oudste dochter, die moet nu heel veel doen met zinsontleding, de Engelstalige termen, die wijken zoveel af van alle Nederlandstalige termen, dat ik merk dat ik de neiging hebben om die toch alleen maar in het Nederlands te gebruiken. Een beetje, want ze weet gewoon niet wat een preposition is. Ze weet ook niet zo heel goed wat een voorzetsel, maar dat is ze nu aan het leren. Het woord preposition als dat er ook bij komt, dat is een heel ingewikkeld woord en iets wat we wel weten over bijvoorbeeld tweetalig onderwijs, is dat academische taal, dat is voor niemand een eerste taal. Dus niet in de eerste, niet in de tweede taal. Als je het hele concept niet begrijpt, dan is het moeilijk, om dat ook alsnog tegelijkertijd in twee talen te leren.

00:19:16
Sharon Unsworth: Dus ik denk inderdaad, het is prima als je voor belangrijke begrippen die je kind aan het leren is dat jij dan Nederlandse woordjes tussen gooit.

00:19:28
Tessa Mearns: Op dit moment, hoeft zij het woord preposition in het Engels niet te weten.

00:19:32
Sharon Unsworth: Nee, op een moment dat je kind dat begrip wel onder de knie heeft en je kunt, denk ik, wel als ouder je kans grijpen om dat woord in je thuistaal mee te geven. En ik denk dat, tenminste ik denk in mijn ervaring of een kind dat wel wil horen en mee wil nemen. Dat hangt een beetje van een moment af, van het kind af, interesse in het onderwerp. Je kunt daar ook een soort, ja als het ware, project van maken. Maar momenteel denk ik, er is zoveel stress in dit leven. Zelfs als voorstander van meertaligheid ga ik niet opeisen dat mijn dochter het over fractions heeft in plaats van breuken.

00:20:14
Tessa Mearns: Precies, ja, precies en ook als het een onderwerp is wat al een beetje moeilijk is of zo, dan wil ik dat als ouder niet mijn kind aan doen, dat ik dan ook nog dat eis. Hoewel dat van ander kind niet geëist wordt natuurlijk, maar die doet het gewoon allemaal in één taal. Ik vraag me wel af of er misschien ook voordelen kunnen zijn wat dat betreft, die hoort dan wel ineens het woord noun of preposition of fraction, want wij zeggen het misschien toch eventjes is, dan gaan ze toch een beetje van academicische taal ook in de thuistaal oppikken, dus ik vraag me af of dat misschien stiekem een leuk voordeel zou kunnen zijn voor sommige kinderen.

00:20:53
Sharon Unsworth: Het inderdaad over andere onderwerpen gaan hebben dan normaal.

00:20:57
Sharon Unsworth: Tessa noemde net tweetalig onderwijs. Een belangrijk begrip in het tweetalig onderwijs is Translanguaging. Nou, als je trouwe luisteraar bent van Kletsheads, dan weet je dat wij vorig jaar een hele aflevering hierover hebben gehad. Translanguaging in het onderwijs betekent dat meertalige leerlingen al hun talen in kunnen zetten om kennis op te doen, dus niet alleen het Nederlands, ze mogen ook gebruik maken van een thuistaal. Ik vroeg aan Tessa of als meertalige ouders ook hun moedertaal taal inzetten bij het begeleiden van hun kinderen met het thuisonderwijs, dit ook niet een soort translanguaging is.

00:21:33
Tessa Mearns: Ja, dat klopt, ja, ja, het is denk wel interessant, om er op die manier over na te denken dat die talen, dan misschien wat meer met elkaar in contact komen. Eigenlijk is dat heel mooi dat thuis, de voorbeelden waar wij het net over hadden, dat ineens voor die kinderen krijgen ze wel gewoon de kans om allebei hun talen te gebruiken en dus hun hele kennis over taal tegelijk in te zetten. Dat is juist wat heel veel mensen heel mooi vinden van meertaligheid. En ik heb echt een heel mooi voorbeeld van een ouder en die zei, “weet je, soms kan ik m’n dochter niet zo heel goed helpen met dat nieuwsbegrip, maar ik snap wel een beetje waar ze moeite mee heeft, dus dan vraag ik haar om dat aan mij uit te leggen, want ik kan die tekst niet zo goed volgen en de vragen, maar ik vraag om die opdracht aan mij uit te leggen en daardoor wordt ze zelf bewust van wat ze nog niet helemaal snapt of zo, krijg ik er wat van bij en dan leer ik ook een beetje taal.” Dat is eigenlijk een super manier van je kind te ondersteunen in het verwerken van dat materiaal. Ook een soort oefening in vertalen voor dat kind.

00:22:49
Sharon Unsworth: Ja, maar dat is denk ik ook wel een goed voorbeeld van Translanguaging aanpak. Ik denk dat ouders soms bang zijn dat, en ik moet ook toegeven dat heb ik ook de laatste tijd ook een beetje gehad, van ja, als ik het nu in het Engels uitleg? Gaat dat helpen of gaat dat hinderen? Om het mooi tweetalig uit te drukken. Ik merk ook zelf wel, terwijl wij echt alleen maar Engels gebruiken thuis, dat bij dat thuisonderwijs heb ik echt veel meer de neiging om te gaan overstappen naar het Nederlands, tot soms tot ergernis van mijn eigen kinderen. Maar ik denk dat we wel weten uit onderzoek dat het geen kwaad kan als je iets uitlegt in een andere taal. Het is wel belangrijk dat je kind wel het concept begrijpt, dat ze wel het juiste Nederlandse woord daarvoor kennen, maar dat begrip achterliggende idee, weet je, wat de evenaar is. Dat kun je gewoon uitleggen in dan ook, zolang het kind weet dat oké, dat ding noem je in het Nederlands evenaar, dat kan.

00:23:54
Tessa Mearns: Ja, precies. Dus als je denkt aan taal in de zin van je hebt twee talen, en die zijn twee ijsbergen, maar die zitten dicht op elkaar en onder het water, zitten ze eigenlijk aan elkaar verbonden. En dus wat je daaronder hebt liggen dat is dan die algemene kennis en allerlei concepten. Zoals de voorbeelden die we net noemde. Boven het water heb je die twee ijsbergen en soms, je kent het begrip, het concept, maar je weet het woord wel in één van de twee talen en niet van andere. Maar die kennis, die is nog even valide, die is nog even waardevol als je het alleen in de andere taal weet, en op het moment dat het kind dat concept begrijpt, is het veel makkelijker daar toch een extra woord voor te leren.

00:24:45
Sharon Unsworth: Dus als je als ouder normaal gesproken een andere taal spreekt met je kinderen dan het Nederlands, kun je dit prima inzetten om ze met hun schoolwerk te helpen. Tessa en ik hebben in deze aflevering veel voorbeelden genoemd met het Engels, omdat dit onze thuistaal is, maar het maakt niet uit om welke taal het gaat. Als het jou makkelijker afgaat om bijvoorbeeld een begrip uit te leggen in deze taal doe dat gewoon en als het jouw kind helpt om daarbij Nederlandse woorden tussendoor te gebruiken, omdat je anders bang bent dat ze het niet gaan begrijpen, ook prima. Als je nu denkt, oei al dat gemix dat kan niet goed zijn, luister dan naar de allereerste aflevering van Kletsheads, want daar leggen we uit hoe er geen wetenschappelijk bewijs is dat het mixen van twee talen reden tot zorg is. Integendeel, voor ouders zoals Daria die het liefst hun thuistaal willen blijven praten, maar tegelijkertijd ook snappen dat sommige onderwerpen nou eenmaal makkelijker zijn voor kinderen in het Nederlands, lijkt mij dit de gouden middenweg. Je houdt je thuistaal als de hoofdtaal, maar waar nodig gebruik je ook het Nederlands. En wie weet, misschien krijg je als bijvangst het feit dat je kind zijn of haar woordenschat gaat uitbreiden in de thuistaal door andere woorden te leren, die ze misschien anders niet tegen zouden komen. Sommige ouders rapporteren ook positieve effecten van de lockdown op de thuistaal, op de minderheidstaal. Door de lockdown zitten we allemaal noodgedwongen thuis een volgens een recent onderzoek uit het Verenigd Koninkrijk zorgt dit er in veel meertalige gezinnen ervoor dat kinderen nu juist meer van het thuistaal horen. Het onderzoek is uitgevoerd door Ludovica Serratrice en collega’s in het Verenigd Koninkrijk en Ierland, waar natuurlijk Engels de schooltaal is. Wat deze onderzoekers hebben gevonden, is dat ouders zagen dat de kinderen meer nieuwe woorden hebben geleerd in een thuistaal, dus de niet-Engelse taal, dat ze deze taal ook soms meer gingen spreken en soms ook leerden ze lezen in die taal. Ik hoorde ook van een Duitstalige ouder van twee tieners hier in Nederland dat haar kinderen tijdens de lockdown dan ook juist meer in het Duits zijn gaan lezen. Ook vertelde een Griekstalige ouder dat het volgen van Griekse les op de zaterdagschool waar ze normaal gesproken heen gaan, veel makkelijker ging, nu dat het online was. De lockdown heeft dus ook een aantal voordelen met zich meegenomen. Wil je meer weten over dat onderzoek in het Verenigd Koninkrijk? Kijk even naar de shownotes daar zit een link naar een artikel dat is verschenen in de New York Times over dit onderwerp. Hoe zit het nou in Nederland? Dat weten we eigenlijk niet, maar dat willen wij binnenkort graag in kaart te brengen, want namelijk samen met mijn studenten aan de Radboud Universiteit hier in Nijmegen werken wij momenteel aan een enquête vergelijkbaar met onze Britse collega’s. Deze gaan wij half maart uitzetten. De cursus waarin we hieraan werken is net begonnen. Houd dus je social media in de gaten en als je je nu al wil aanmelden. Stuur onze bericht via de Kletsheads website of via de mail: kletsheads@ru.nl. Wij hopen natuurlijk dat jullie massaal hier aan mee willen doen, zodat wij ook kunnen leren van deze gekke periode in het leven van onze meertalige kinderen. Dat was het voor deze speciale aflevering van Kletsheads over de impact van de lockdown op meertalige gezinnen. Mocht je nu denken, nou jammer voor al die ouders die geen Nederlands kunnen, dat dit nu juist in het Nederlands was, treur niet, want er is ook een Engelstalige versie van deze aflevering in de maak. Hij verschijnt binnenkort op de Engelstalige editie: http://www.kletsheadspodcast.org. Dus .org aan het einde en niet .nl. Geef het dus door aan alle niet-Nederlandssprekende ouders die je kent, wij zijn er weer over een paar weken met een reguliere aflevering over meertaligheid en schoolsucces. Graag tot dan.

00:28:53
Sharon Unsworth: Wil je meer weten over Kletsheads? Ga dan naar http://www.kletsheadspodcast.nl. Daar vind je ook meer informatie over deze aflevering. Wil je geen aflevering missen? Abonneer je dan op Kletsheads via je favoriete podcast app. Bedankt voor het luisteren en graag tot de volgende keer.

Dit transcript is gegenereerd met behulp van amberscript.nl en gecheckt door Aniek Ebbinge.

Comments are closed.