00:00:04
Sharon Unsworth: Welkom bij Kletsheads. De podcast over meertalige kinderen. Mijn naam is Sharon Unsworth, taalwetenschapper aan de Radboud Universiteit, Nijmegen, en moeder van twee meertalige kinderen. Daar zijn we weer met een nieuwe aflevering van Kletsheads, de podcast die inmiddels 50.000 keer is beluisterd. Deze mooie mijlpaal hebben we afgelopen week bereikt dankzij jullie. Heel fijn dat zoveel mensen luisteren en blijven luisteren naar Kletsheads.
00:00:52
Sharon Unsworth: In deze aflevering gaan we naar Friesland, oftewel Fryslân, zoals het in het Fries heet. Samen met Evelyn Bosma hebben we het over meertalig opgroeien met Fries en Nederlands. En als je denkt, nou, ik heb niet zoveel met het Fries, blijf luisteren, want wat Evelyn vertelt, is zeker ook relevant voor kinderen die opgroeien met andere talen die op elkaar lijken. En ik ga ook een nieuw Kletsinkoppertje met jullie delen, een concrete tip die je meteen en makkelijk in kunt zetten om een succes te maken van de meertaligheid in jouw gezin, klas of praktijk. Voordat we beginnen wil ik graag onze nieuwste donateurs Andrea en Juan, bedanken. Wil jij ook Kletsheads ondersteunen? Ga dan naar vriendvandeshow.nl/kletsheads. Je kunt zelf bepalen wat voor bijdrage je wilt doneren en of dat eenmalig of regelmatig is, en ik stel het echt op prijs als je dat wilt overwegen, want het maken van de podcast kost tijd en geld. Nu door met deze aflevering.
00:02:07
Sharon Unsworth: Het Fries is sinds 1956 een officiële taal van Nederland. Dit betekent onder andere dat inwoners van de provincie recht hebben op het vak Fries in het onderwijs. Het Fries is in feite geen taal, maar een taal familie, want naast het Fries zoals het hier in Nederland wordt gesproken, zijn er ook twee andere soorten Fries die in Duitsland worden gesproken. Hoeveel mensen in Friesland spreken het Fries? Volgens recent onderzoek kunnen bijna alle inwoners de Friese taal vrij aardig tot heel goed verstaan en ongeveer twee-derde kan de taal in dezelfde mate spreken. Als het gaat om het Fries kunnen lezen en schrijven dan zijn de cijfers echter een stuk lager. Alle kinderen die met Fries opgroeien, leren natuurlijk ook Nederlands. Er wonen dus heel veel meertalige kinderen in de provincie. Wat de situatie in Friesland zo interessant maakt en zeker ook relevant voor gezinnen waar er andere taalcombinaties worden gebruikt, is dat de twee talen, het Fries en de Nederlands, wel op elkaar lijken, een beetje zoals het Duits in het Nederlands, of het Frans en Spaans, of het Tsjechisch en het Pools. Wat voor effect heeft dat op de taalontwikkeling van meertalige kinderen? Is het tegelijkertijd leren van twee talen die op elkaar lijken, anders dan als je twee talen hebt die niet of in ieder geval een stuk minder op elkaar lijken? De situatie in Friesland is ook interessant omdat het Fries een officiële taal is in Nederland. Dit bepaalt niet alleen of een taal een plek krijgt in het onderwijs, maar ook bijvoorbeeld of je ‘m veel ziet op straat of of je kunt verwachten dat mensen om je heen, zoals je buren of een ober of serveerster hem ook spreken. En als je weet dat dit het geval is, kun je in principe allebei de talen tegelijk gebruiken. Er bestaat dus de mogelijkheid om de talen te mixen, oftewel in hetzelfde gesprek of zelfs dezelfde zin te gebruiken. Ook daar gaan we het in deze aflevering over hebben, en dat doen we met Evelyn Bosma, onderzoeker aan de Fryske Akademy in Leeuwarden. Evelyn is zelf in Friesland opgegroeid met Nederlands als thuistaal en Fries op school. De opname vond online plaats en werd helaas geteisterd door allerlei internetproblemen dit betekent dat de geluidskwaliteit niet optimaal is, maar hopelijk stoort dat jullie luisterplezier niet. Voor de buitenstaander, zoals ik, lijken de Friese heel trots te zijn op hun taal en cultuur. Ik vroeg aan Evelien of je dit ook terugziet in de taalkeuzes die gemaakt worden als het gaat om welke taal ouders met hun kinderen spreken.
00:05:02
Evelyn Bosma: Ja, voor een deel wel, voor een deel ook niet. Ja, we zien dat. In de provincie Friesland groeit ongeveer nou, bijna de helft van de kinderen op met het Fries als moedertaal. De kans om het Fries als moedertaal te krijgen is het grootst als beide ouders Fries spreken. Ongeveer 90 procent van de gevallen wordt er dan Fries gesproken, maar zodra kinderen ouders hebben waarvan de één Friestalig is en de ander Nederlandstalig, dan wordt de voertaal thuis toch vaker Nederlands. En dan is het nog maar in ongeveer 30 procent van de gevallen dat hun voertaal Fries is.
00:05:35
Sharon Unsworth: Ja, dus wil je het Fries doorgeven moet je een baby gaan maken met een andere Friestalige persoon?
00:05:42
Evelyn Bosma: Ja, ja, zo lijkt ook wel een beetje ja, of je moet heel erg standvastig zijn, denk ik, heel erg, ja, overtuigd zijn dat je dat wilt doen. En ik denk ook dat het goed is als mensen dat doen en ik vind het zelf wel zonde als mensen, zeker als mensen allebei Friestalig zijn en onderling ook Fries spreken, als ze er dan voor kiezen om dat niet tegen hun kinderen te spreken, want er is eigenlijk geen reden om dan geen Fries tegen je kinderen te praten, want het heeft gewoon geen geen nadelige gevolgen. Ook niet wordt Nederlands. Alle kinderen in Friesland leren gewoon heel goed Nederlands.
00:06:11
Sharon Unsworth: Ja, dus gewoon doen. Dus dat is de situatie in het gezin. En als we het hebben over het onderwijs, want ik zei net, Fries is een verplichte vak op school. Inwoners hebben de de recht op het vak in het Fries. Dus wat betekent dat voor het onderwijs in Friesland? Betekent het dat alle scholen tweetalig zijn en geldt dit ook voor middelbaar als basisschool? Hoe zit het met kinderopvang?
00:06:33
Evelyn Bosma: Ja, nou, dat betekent niet dat alle scholen tweetalig zijn, maar er zijn wel heel veel scholen en dat zijn er ook steeds meer waar er wel heel veel aandacht is voor het Fries. Het is dus omdat het een officiële taal is, de afspraak is dat alle scholen het minimaal één uur per week moeten aanbieden als vak. Maar er zijn ook heel veel scholen in de provincie die het Fries ook als voertaal gebruiken, als instructietaal in het onderwijs. En wat heel interessant is te zijn in Friesland een heleboel scholen die drietalig zijn met het Fries en het Nederlands. Maar daar komt het Engels er ook bij. En dan worden die drie talen alle drie als instructietaal gebruikt. En de richtlijn is dan een beetje 20 procent Engels en dan 40 procent Fries en ook 40 procent Nederlands. En dat zijn momenteel ongeveer 70 basisscholen die officieel erkend zijn als drietalige school. Op de middelbare school zijn er wel een stuk minder scholen die meertalig zijn. Maar d’r zijn momenteel zes locaties voor meertalig voortgezet onderwijs in Friesland en daar wordt ook het Fries, het Engels en het Nederlands als instructietaal gebruikt. En op de kinderopvang zien we dat ongeveer de helft van alle locaties is ongeveer tweetalig.
00:07:41
Sharon Unsworth: Dat is best veel.
00:07:41
Evelyn Bosma: Ja, dat is best wel veel.
00:07:43
Sharon Unsworth: Ja, ja, en ik weet dat je eindexamen kunt doen in het Fries. Toch? Want ik weet je hoe ik dat weet? Omdat ik, het is wel een tijdje terug, maar ik krijg ineens uit uit het niks, gewoon een bericht dat ik geld zou krijgen, omdat een artikel dat ik ooit heb geschreven voor de voor het blad Onze Taal over meertaligheid, dat die vertaalt was naar het Fries en gebruikt in het eindexamen. Ja, ja, daar vond ik echt supercool, maar goed, dus er is best wel onderwijs in het Fries en de opvang zei je net de helft geven ook opvang of zorg voor opvang en het Fries. Wat weten we over de taalontwikkeling van kinderen in het Fries? Gaat het goed?
00:08:24
Evelyn Bosma: Nou, ja, we zien dat in Friesland leren eigenlijk alle kinderen uiteindelijk gewoon heel goed Nederlands. Nederlands is natuurlijk, ja is toch uiteindelijk wel de dominante taal op school en in de maatschappij. Dus alle kinderen leren heel goed Nederlands, maar eigenlijk alleen de kinderen die thuis van huis uit Fries meekrijgen die leren ook goed Fries en dat is dan vooral spreken en verstaan. Dus lezen en vooral ook schrijven in het Fries, ja, omdat daar gewoon op school veel minder aandacht voor is dan dan in het Nederlands, blijft dat wel heel erg achter.
00:08:51
Evelyn Bosma: Ja, en hoe zit het dan met kinderen zoals jij eigenlijk? Want jij hoorde Nederlands, thuis en Fries op school. Dus hoe gaat het met jouw Fries?
00:09:00
Evelyn Bosma: Ja, ik ben inderdaad opgegroeid bij twee Nederlandstalige ouders en ik was vijf toen wij in Friesland kwamen wonen en ik heb dat dan destijds op school en in het dorp geleerd. Maar ik heb het toen nooit gesproken, ik kon wel alles begrijpen. Ben pas op 1 mei 2013 echt Fries gaan spreken. Dat is de dag dat ik bij de Fryske Akademy kwam werken.
00:09:22
Sharon Unsworth: Oh echt?
00:09:24
Evelyn Bosma: Ik doe dit gewoon en mensen zeiden wel van oh, ja, je kunt wel horen dat je een tijdje weggeweest bent, maar ze hadden niet door dat dat überhaupt niet, dat ik dat überhaupt nog nooit echt gesproken had. Maar ja, ik bedoel dat leer je snel, er was genoeg mogelijkheden op de Fryske Akademy om daar Fries te oefenen. En het gaat hartstikke goed.
00:09:42
Sharon Unsworth: Ik denk dat het ook een mooi verhaal is voor ouders die denken, oh, mijn kinderen die praat mijn taal niet, maar jij hebt ja laten zien dat als het in je hoofd zit en je later de mogelijkheid krijgt om het echt te gaan gebruiken.
00:09:56
Evelyn Bosma: Dat wel echt ergens. Maar ik moest een beetje opgehaald worden en ja, met een beetje oefening ging dat eigenlijk best wel goed.
00:10:02
Sharon Unsworth: Ja, ja, ik zei in de inleiding het Fries en het Nederlands die lijken best veel op elkaar, hè, net zoals het Duits en het Nederlands of het Frans en het Spaans, kunnen allerlei verschillende combinaties gaan noemen. Dat betekent onder andere dat er veel woorden zijn die op elkaar lijken en ook hetzelfde betekenen. Bijzondere woorden in de taalkunde, cognaten heten ze, daar hebben we het ook wel eerder over gehad in Kletsheads Maar hoeveel is dat echt zo, dat het Fries op het Nederlands lijkt? Kun je begrijpen, bijvoorbeeld als je Nederlands en Engels, een beetje Duits hebt?
00:10:35
Evelyn Bosma: Nou ja, als je Nederlands spreekt en je doet een beetje moeite, dan kun je dat Friese graag goed verstaan. D’r zijn wel verschillende onderzoeken die dat inderdaad ook laten zien. Dat het voor Nederlandstaligen goed te verstaan en te lezen is. Maar d’r zijn onderzoeken die laten zien dat dat wel voor 70 a 80 procent te begrijpen is.
00:10:53
Sharon Unsworth: Aha.
00:10:54
Evelyn Bosma: Gesproken Fries en geschreven Fries. Dus ja, dat is best veel.
00:10:57
Sharon Unsworth: Ja, ja.
00:10:59
Evelyn Bosma: Komt ja, d’r is veel overlap tussen het Fries en het Nederlands in de woordenschat en de grammatica. Je noemt al die cognaten, die qua betekenis en vorm op elkaar lijken. En wat ook bijzonder is aan het Fries en het Nederlands, is dat er regelmatigheden in de taal zitten. Ja, bijvoorbeeld het Friese woord hân, dat betekent hand. Het Friese woord strân betekent strand en zo heb je ook nog lân-land, bân-band, dus alle woorden die in het Fries op -ân eindigen die eindigen in het Nederlands op -and. Nou ja, als je dat eenmaal een beetje doorhebt dan kun je die taal dus makkelijker begrijpen. En zo heb je een heleboel regelmatigheden. Bijvoorbeeld ook skip-schip, skep-schep, skroef-schroef, nou, als je dat een beetje doorhebt dan wordt het makkelijker. En ik heb in mijn onderzoek hier ook naar gekeken.
00:11:39
Sharon Unsworth: Ja.
00:11:40
Evelyn Bosma: Dan blijkt inderdaad, als vaak kinderen thuis niet zoveel Fries horen, we hebben dan onderzoek gedaan naar hoe goed ze het Fries kunnen begrijpen, want dan blijkt uit hoe meer de woorden tussen het Fries en het Nederlands op elkaar lijken, hoe beter ze het snappen. Door de tijd heen gaan kinderen inderdaad die regelmatigheden tussen die twee talen ook leren.
00:11:59
Sharon Unsworth: On onbewust of?
00:12:01
Evelyn Bosma: Ja, onbewust. Ja, we hebben niet verteld aan ze dat die rechtmatigheden bestaan, maar we zagen in ons onderzoek dat ze het door de tijd heen dus oppikken.
00:12:09
Sharon Unsworth: Ja, dus het helpt dan die overeenkomsten?
00:12:13
Evelyn Bosma: Ja.
00:12:14
Sharon Unsworth: Ja en wat betekent dat? Wat vertelt het ons over meertaligheid?
00:12:19
Evelyn Bosma: Ja, wat het ons vertelt is dat die twee talen zijn in je hoofd dus met elkaar verbonden. En je moet je eigenlijk zo voorstellen, alle mensen hebben in hun hoofd een netwerk van woorden. En ja, kinderen die een taal leren, ook gewoon eentalige kinderen die die krijgen steeds meer woorden daarbij in dat web van woorden en al die woorden die zijn met elkaar maar verbonden als ze qua betekenis op elkaar lijken of qua klank bijvoorbeeld en het is belangrijk om niet alleen nieuwe losse woorden te leren, maar ook te zorgen dat die woorden verbonden raken met andere woorden. En wat dus interessant is bij tweetalige kinderen is dat je niet alleen maar connecties hebt binnen woorden van dezelfde taal, maar ook tussen woorden van twee verschillende talen. En ja, dat laten die cognaten dus ook zien. Dus die woorden die dan hetzelfde betekenen en qua vorm op elkaar lijken, die zijn in je hoofd met elkaar verbonden en daardoor kunnen kunnen kinderen dus ook makkelijker nieuwe woorden leren als die lijken op de woorden in hun andere taal en je kunt cognaten, die verwerk je ook sneller in je hoofd. Dat komt dus door die connecties tussen die woorden.
00:13:19
Sharon Unsworth: Ja, en dan, als we het hebben over sneller, bedoelen we milliseconden sneller?
00:13:25
Evelyn Bosma: Ja, het gaat wel over milliseconden sneller.
00:13:28
Sharon Unsworth: Ja, dus misschien niet iets dat je wa.. dat je in in de praktijk merkt, maar toch wel super interessant, want het dit geeft ons inzicht in hoe de twee talen in je hoofd opgeslagen.
00:13:40
Evelyn Bosma: Nou ja, ik denk dat je toch ook in de praktijk wel enigszins kunt merken, want we hebben bijvoorbeeld een onderzoek gedaan waarbij kinderen zinnen moesten lezen in het Fries en in het Nederlands en daarin hadden we een deel van de woorden was helemaal hetzelfde tussen de twee talen. Dus dat zijn dan ja identieke congaten noemen dat dan bijvoorbeeld poes en poes. Dat is in beide talen hetzelfde, niet-cognaten, zoals kind en bern is dat in het Fries en woorden die een beetje overlappen zoals hân en hand. En wat we zagen was dat als kinderen in het Fries lezen en dat is de hun niet-dominante leestaal, want alle kinderen in Friesland leren lezen in het Nederlands. Dus dat is de dominante leestaal en we zagen in het Fries dat ze hun kennis van het Nederlands gebruiken. Wat we zagen, was dat ze die identieke cognaten die dus in het Fries en in het Nederlands precies hetzelfde zijn, zoals poes en poes, dat ze die veel sneller lazen dan ja, woorden zoals hân en bern, waarbij dus of maar gedeeltelijk overlap is of helemaal niet. En ik denk dat dat, dat was best wel een groot effect. Dat merk je ook wel zelf, denk ik, als je een Friese tekst leest. Dus ik denk dat dat wel iets is waar je ook wel bewust van kunt zijn als je, als je als Nederlandstalige of als iemand die niet heel goed Fries kan, een Friese tekst leest, dat je wel echt je Nederlands gebruikt.
00:14:53
Sharon Unsworth: Ja.
00:14:53
Evelyn Bosma: Om die taal sneller te verwerken in je hoofd.
00:14:55
Sharon Unsworth: Ja, ja en ik ben benieuwd wat zijn verschil ook tussen woorden, zoals bern en hân. Gaat het echt om dat ze precies hetzelfde zijn, dus die identieke cognaten Of gaat het erom dat ze een beetje op elkaar lijken?
00:15:07
Evelyn Bosma: We hadden eigenlijk verwacht dat er ook wel een klein voordeel zou zijn voor woorden die een beetje op elkaar lijken, maar dat hebben we niet gevonden, dus we zagen alleen dat woorden zoals poes, die helemaal hetzelfde zijn, dat die sneller gelezen worden dan die andere twee type woorden. Ja, poes werd sneller gelezen dan hân en poes werd ook sneller gelezen dan bern. Maar we vonden geen verschil tussen hân en bern.
00:15:27
Sharon Unsworth: Ja. Ik vind dat grappig, want ik heb een tijdje, ik heb eigenlijk gestudeerd in Noordoosten van Engeland, in New Castle en daar zeg je in het dialect, daar zeg je ook bern voor kind.
00:15:38
Evelyn Bosma: Oh echt? Leuk.
00:15:39
Sharon Unsworth: Ja, ja, ja, en volgens mij in het Schots ook. Ja, dus voor mij was bern was al duidelijk kind en ik dacht, hoe hoe weet ik dat? Nou, dat komt omdat het dat is, hoe je iets echt in Geordie in New Castle.
00:15:52
Evelyn Bosma: Ja, in het Noors en het Zweeds is het barn dat is ook daaraan verwant.
00:15:59
Sharon Unsworth: Wil je meer weten over hoe het meertalige hoofd omgaat met woorden uit twee talen? Luister dan naar aflevering tien van het eerste seizoen van Kletsheads. Die hele aflevering gaat over dit onderwerp. Dus die die cognaten die laten zien hoe de talen in je hoofd zijn opslagen en je zei nou, je merkt dat misschien wel als je aan het lezen bent en het Fries als tweetalige? Dat is één manier waarop je dat ziet, maar kun je dat ook inzetten, bijvoorbeeld in het onderwijs?
00:16:35
Evelyn Bosma: Ja, dus wat ik zei is dat die eentalige kinderen, die hebben dus een een web van woorden die allemaal met elkaar verbonden zijn, vanwege de betekenis en de klank, en daar wordt in het onderwijs enorm op ingespeeld ja, want het is niet alleen maar belangrijk dat het onderwijs gericht is op het leren van nieuwe woorden, maar ook het creëren van verbindingen tussen die woorden. En in het onderwijs en eentalige kinderen worden daar allerlei strategieën voor gebruikt. Dus of ze laten hun leerlingen de relaties tussen woorden zien, dat kan zijn als bijvoorbeeld zegt: “Courgettes en aubergines zijn allebei groenten” en dit zijn strategieën die er dus op gericht zijn om de woordenschat die een kind al heeft, stapje voor een stapje uit te breiden tot ja, hoe groot en vooral ook gestructureerd web van woorden en wat tweetalig kinderen nodig hebben, ligt eigenlijk in het verlengde hiervan. Het is ook voor hen dan niet alleen belangrijk om de verbindingen gecreëerd worden tussen woorden van dezelfde taal, maar ook tussen woorden van verschillende talen.
00:17:26
Sharon Unsworth: Ja.
00:17:27
Evelyn Bosma: Als er heel veel van dit soort tussen talige verbindingen ontstaan in het hoofd van een tweetalig kind, dan kunnen die talen elkaar ook versterken. En de basis die ze hebben in hun thuistaal kan op die manier ook helpen bij het leren van de schooltaal of andersom. En één manier, een strategie die je bijvoorbeeld zou kunnen gebruiken om dit te bereiken is translanguaging, dacht dat je daar eerder ook een aflevering..
00:17:49
Sharon Unsworth: Ja, we hebben een hele hele aflevering daarover en we hebben veel veel gehad. Maar vertel eens even dan hoe hoe je dat zou doen, want dit geldt natuurlijk niet alleen voor kinderen die Fries thuis spreken. Dat kan je ook voor andere talen?
00:18:03
Evelyn Bosma: Ja, inderdaad, dus dat geldt eigenlijk, ja, voor alle kinderen die meertalig zijn. Zou je dit kunnen gebruiken. In Friesland heb je natuurlijk wel het voordeel dat die dat die taal van de kinderen ja, dan eigenlijk voor iedereen hetzelfde is, namelijk het Fries, dus alle kinderen dan Fries en Nederlands als talen, terwijl als je in de klas hebt met heel veel migrantenkinderen waar iedereen een andere taal spreekt, is natuurlijk weer net een beetje anders. Maar ja, translanguaging is het heel bewust door elkaar gebruiken van verschillende talen in de klas. Ja, dat kun je op allerlei manieren eigenlijk inzetten. Je kunt er heel eenvoudig beginnen door kinderen in de klas bijvoorbeeld te vragen hoe ze een bepaald concept in hun eigen taal zouden benoemen. Of je zou kinderen posters kunnen laten maken met woorden uit de verschillende talen. En hiervoor hoeft de leerkracht ook niet per se zelf alle thuistalen van die kinderen te kennen. Maar het gaat erom dat een leerkracht dus aandacht heeft voor die thuistalen van de kinderen en dat ook ja inzet als hulpmiddel eigenlijk. Nou ja, je kunt natuurlijk ook verder in gaan door door kinderen te laten overleggen in hun thuistaal onderling, of door kinderen ook te laten lezen en schrijven in hun thuistaal, vervolgens te laten presenteren in de schooltaal. Dus ja, je kunt eenvoudig beginnen en dat dan steeds verder uitbouwen.
00:19:12
Sharon Unsworth: Ja.
00:19:13
Evelyn Bosma: Ja,
00:19:15
Sharon Unsworth: We laten het gesprek met Evelien nu even om naar een nieuw Kletsinkoppertje te luisteren, een concrete tip die je meteen en makkelijk in kunt zetten om een succes te maken van de meertaligheid in jouw gezin, klas of praktijk.
00:19:32
Kletsinkoppertje
Sharon Unsworth: Als je als ouder van een meertalig kind het over meertaligheid hebt, is dat vaak met je partner, een andere familielid of vriend of vriendin, of misschien met de leerkracht van je kind. Het komt denk ik een stuk minder vaak voor dat je het over meertaligheid hebt met je kind, en toch is dat belangrijk. Het Kletsinkoppertje voor deze aflevering is dus: praat met je kind over hun meertaligheid. Waarom zou je dit willen doen? Volgens Eowyn Crisfield, auteur van mijn lievelingsboek over meertalig opvoeden is het praten van je kind over hun meertaligheid een belangrijk deel van family language planning, van het meertalig opvoeden dus. Kinderen moeten het nut zien van hun verschillende talen. Vaak is dat makkelijk voor het Nederlands, tenminste als je in Nederland en België woont en op een Nederlandstalige school zit, want het Nederlands gebruiken kinderen bijna elke dag om te leren, maar ook met vrienden en soms ook met één of beide ouders. Het belang van de andere taal of talen, de thuistaal, thuistalen is voor sommige kinderen minder evident.
Sharon Unsworth: Als je met je kind praat over meertaligheid kun je ze betrekken bij beslissingen die je maakt over dit onderwerp, bijvoorbeeld over de keuze van een middelbare school, het wel of niet naar moedertaal onderwijs op een zaterdag, het wel of niet leren lezen in de thuistaal door met ze te praten en hen te betrekken bij de discussie, is de kans groter dat het gesprek een positief gesprek wordt.
Sharon Unsworth: Hoe doe je dat? Als ouder kun je uitleggen wat meertaligheid voor jou betekent. Geef hierbij aan bijvoorbeeld waarom een bepaalde taal belangrijk is voor jou of jouw gezin en voor je verdere familie. Waarom jij ervoor hebt gekozen om deze taal te gebruiken als er daadwerkelijk sprake was van een keuze dan. Je kunt bijvoorbeeld ook aangeven waarom je denkt dat deze taal belangrijk zou kunnen zijn voor de toekomst van je kind en wat jouw wensen zijn als het gaat om de meertaligheid van het gezin. Het lijkt mij hierbij ook belangrijk om niet te veel druk op te leggen en ook waar er uitdagingen of moeilijkheden zijn, deze ook te herkennen, om vervolgens gezamenlijk op zoek te gaan naar oplossingen of aanpassingen. Een positief en open gesprek dus.
Sharon Unsworth: Als leerkracht kun je ook met de meertalige kinderen in je klas over hun meertaligheid praten. Hoe je dat precies aanpakt hangt natuurlijk af van de situatie of het om een enkel kind of meerdere kinderen gaat en als ze tweede taalleerder zijn, hoe goed hun Nederlands is. Maar het begint bij interesse tonen voor hun meertaligheid, dus voor hun niet-Nederlandse taal of talen. Je zou bijvoorbeeld leerlingen kunnen vragen om een woord van hun thuistaal te delen en dit aan de andere leerlingen en aan jou te leren. Je kunt het ook hebben over de mogelijke voor- en nadelen van meertalig zijn, of de meertalige leerlingen zelf vragen waar zij het graag over zouden willen hebben. En dit kan natuurlijk niet alleen in Nederland, maar ook in andere talen. Een mooie manier om het onderwerp meertaligheid te introduceren zijn bijvoorbeeld de filmpjes die wij aan de Radboud Universiteit hebben ontwikkeld over dit onderwerp. Het zijn drie korte filmpjes over verschillende aspecten van meertalig opgroeien en meertaligheid in het algemeen, die speciaal bedoeld zijn voor basisschoolleerlingen. De filmpjes zijn beschikbaar in het Nederlands, Engels, Pools, Turks en Arabisch. De link staat in de shownotes. Dat was dus het Kletsinkoppertje voor deze aflevering. Praat met je meertalige kind over hun meertaligheid.
00:23:50
Sharon Unsworth: Aan het begin zei ik dat de situatie in Friesland interessant is, omdat bijna iedereen meertalig is, hè, dus bijna iedereen begrijpt het Fries en iedereen het Nederlands. Dus je hebt als spreker vaak een keuze als het gaat om welke taal je kunt gebruiken. Je kunt ze een volledig tweetalige gesprek voeren eigenlijk, waarbij de ene persoon in het Fries en de andere in het Nederlands. Je kunt binnen een gesprek van taal afwisselen afhankelijk van het onderwerp, vermoed ik, en je kunt natuurlijk ook binnen een zin de twee talen mixen of mengen. Taal mixen, codeswitchen noemen we dat in de taalkunde, is dat echt zo? Wordt er veel gemixt in Friesland?
00:24:27
Evelyn Bosma: Ja, daar wordt wel veel gemixt en vooral, ja, voor mensen die Fries spreken, is het heel Normaal om in Fries een heleboel Nederlands woorden te gebruiken. Andersom is het niet het geval. Dus als je Nederlands spreekt, dan is het ja niet gangbaar om daar een heleboel Fries in te gooien. Maar met Fries spreken ja, die gooien daar een heleboel Nederlands in. Dus wel een beetje een lastige vraag, is dit dan inderdaad codeswitching of niet, want een heleboel Nederlandse woorden zijn gewoon in de Friese spreektaal gewoon ook heel gangbaar geworden. Maar het is wel een interessant gegeven, dat het dus ja, op die manier totaal eigenlijk heel flexibel.
00:25:03
Sharon Unsworth: Ja en is dat ook zo bij kinderen? Dus doen kinderen dit ook, mixen en vooral in de richting waar je het net aangaf?
00:25:10
Evelyn Bosma: Ja, kinderen, die switchen ook tussen het Nederland en het Fries. We hebben hier ook onderzoek naar gedaan en daar kwam uit naar voren dat ah, ja, bij kinderen werkt het misschien toch wel een beetje anders dan bij volwassenen, want kinderen, die zijn natuurlijk nog in ontwikkeling. Wat wij zagen was dat kinderen vaker switchen van hun niet-dominante taal naar hun dominante taal en doen ze vaker dan andersom. Dus bijvoorbeeld kinderen die niet zo heel vaardig zijn in het Fries, als die dan Fries spreken, dan switchen ze vaker naar het Nederlands dan kinderen die al wel goed Fries spreken en andersom ook. Kinderen die nog niet zo goed Nederlands spreken die switchen vaker naar het Fries dan kinderen die al wel Nederlands spreken. En wat we ook zagen, is dat jonge kinderen switchen vaker van het Nederlands naar het Fries dan dan de oudere kinderen en dat zal denk ik ook te maken hebben met ja, hoe ouder de kinderen worden, hoe beter ze Nederlands gaan leren.
00:26:02
Sharon Unsworth: Ja, dus het is eigenlijk kinderen, het is alsof kinderen willen communiceren en dat doen ze met de taal die ze het beste spreken op dat moment. Kunnen we het een beetje zo zien?
00:26:12
Evelyn Bosma: Ja, bij kinderen zien we natuurlijk, ja, dat als ze Fries spreken, dat daar ook veel Nederlandse woorden in zitten. Maar ja, dat is ook gewoon de de input die ze om zich heen krijgen.
00:26:21
Sharon Unsworth: Ja, en hoe kijken mensen daarna eigenlijk? Want nou ja, volgens mij is dit een onderwerp waar er heel verschillende meningen over zijn. Dus sommige mensen zeggen van, nou weet je, mixen hoort gewoon bij als je meertalig bent, niks aan de hand. Anderen ook, nou ja, zeker, sommige eentaligen, maar ook sommige meertaligen die zeggen ook van, nou ja, da’s niet zo goed, dan gaat het bergafwaarts met die taal. Of hoe, hoe zit het qua attitude?
00:26:50
Evelyn Bosma: Ja, dat is inderdaad waar. D’r zijn wel mensen die vinden dat dat niet goed is. D’r wordt ook wel gedacht dat dat slecht zou zijn voor de taalontwikkeling in beide talen, maar daar zijn absoluut geen aanwijzingen voor. D’r zijn zelfs onderzoeken die laten zien dat het juist wel goed zou zijn. Dat die talen elkaar op die manier juist kunnen ondersteunen. Er is nog niet, voor zover ik weet nog niet enorm veel onderzoek naar gedaan. Dus dat is iets wat ook verder nog uitgezocht moet worden. Maar ja, het is het lijkt erop dat dat niet slecht is.
00:27:16
Sharon Unsworth: Ja, ja.
00:27:18
Evelyn Bosma: Dat je die twee talen gescheiden zoveel mogelijk gescheiden moet houden. Nou ja, we hadden het zonet over die connecties tussen de woorden in je hoofd. Ja, dat laat dus zien dat dat dus ook eigenlijk helemaal niet hoeft. Want uiteindelijk, die twee talen, die raken verbonden met elkaar en hoe meer ze met elkaar verbonden zijn, ja, is het eigenlijk alleen maar beter.
00:27:36
Sharon Unsworth: We hebben het natuurlijk wel vaker gehad over het mixen van talen op Kletsheads. In aflevering drie van dit seizoen vertelde ik je bijvoorbeeld over recent onderzoek vanuit de VS over dit onderwerp. Daarin werd gekeken naar twee mogelijke verklaringen voor waarom kinderen mixen, hun taalvaardigheid en hun cognitieve vaardigheden. Evelyn vertelde net dat taalvaardigheid inderdaad een reden is waarom de meertalige kinderen in haar onderzoek mixten. Ze heeft ook onderzocht of het mixen te maken had met cognitieve vaardigheden en in het bijzonder iets dat we cognitieve controle noemen. Het gaat hier om vaardigheden die we nodig hebben om doelgericht te handelen, om iets voor mekaar te krijgen, om onnodige informatie of afleiding te negeren. Evelyn vertelt verder.
00:28:31
Evelyn Bosma: Nou wat interessant is met die codeswitching is dat daar wordt dus van beweerd dat dat cognitieve controle zou vragen, maar dan alleen als je de twee talen in je hoofd echt gescheiden moet houden, en in dit geval met het Fries en het Nederlands, dat is dus wel interessant, want als je Fries spreekt, dan is het heel normaal om daar een heleboel Nederlands doorheen te gooien. Je hoeft die twee talen helemaal niet van elkaar te scheiden is een beetje. Ja, het is bijna zo dat dat alles mag. Natuurlijk niet helemaal zo dat alles mag, maar d’r mag wel veel. Dus je hoeft die twee talen niet zo strikt gescheiden te houden. Terwijl als je Nederland spreekt, ja, dan is het niet de bedoeling om daar een heleboel Fries doorheen te mixen, dus dan hou je die talen wel gescheiden. En d’r zijn ideeën over dat dat dat codeswitching dus dat switchen van de ene naar de andere taal, dat dat cognitieve controle zou vragen. Maar dan alleen als je die talen in je hoofd gescheiden moet houden en dan het moment dat je van de ene naar de andere taal switcht dan moet je dus de taal die je niet meer wilt gebruiken moet je echt onder drukken om die andere taal te kunnen activeren. Maar dat zou dus alleen maar het geval zijn als je die twee talen in principe wel gescheiden moet houden. Dus vooral als je dus switcht, je Nederlands spreekt en je switcht naar het Fries, dan zou je dus wel cognitieve controle gebruiken. Maar als je in het Fries spreekt en je switcht naar het Nederlands, dan zou je dus geen cognitieve controle hoeven te gebruiken, omdat je die twee talen gewoon door elkaar mag gebruiken en je dus niet de controle hoeft uit te oefenen.
00:29:56
Sharon Unsworth: Ja, en en wat zien we dan bij kinderen?
00:30:00
Evelyn Bosma: Nou ja, we hebben daar onderzoek mee gedaan en de de we wat we zagen was dat er een verband was tussen hoe goed kinderen hun cognitieve controle was en hoe vaak ze switchen van het Nederlands naar het Fries en de relatie tussen cognitieve controle en hoe vaak ze switchen van het Fries naar het Nederlands. Maar ik wil je wel graag bij zeggen dit is de enige studie waarin dit op deze manier onderzocht is en dat moet nog wel verder bekeken worden.
00:30:24
Sharon Unsworth: Ja, oké, natuurlijk, dus om even gewoon op een rijtje te krijgen wat precies de resultaten waren, dus eigenlijk zie je dat je jullie bevindingen hebben bevestigd, wat je net uitlegt hè, dus dat idee dat je je ziet alleen die relatie tussen die meer algemene cognitieve vaardigheden, kunnen switchen tussen taken of de dingen kunnen onderdrukken, zoals net zoals je dat doet met niet alleen met taal, maar met als je met focus op de ene ding en niet op het andere. Dus eigenlijk waar op neerkomt is dat switchen, dat mixen dat doe je niet zomaar, he, dat is afhankelijk van of het mag hè, van je, van je omgeving, zeg maar, en dat heeft ook gevolgen van hoe je eigenlijk met die talen omgaat in je hoofd, of je de ene eigenlijke uit moet zetten omdat het niet mag. Nou, heeft dit echt gevolgen voor je andere cognitieve vaardigheden, of zeg ik het nu te sterk, hé, want ik heb ik maak nu een causaal verband omdat je dat doet, dan zie je dit bij de cognitieve vaardigheden. Ik denk dat jij dat niet wil zeggen.
00:31:25
Evelyn Bosma: Nee, ik ben hier heel voorzichtig in.
00:31:28
Sharon Unsworth: Ja, nee, en groot gelijk heb je, maar het is wel interessant om te zien dat er een relatie is tussen die twee dingen en, zoals je zei, of dat echt bij andere groepen ook geldt en bij andere leeftijden, andere talencombinaties en of we inderdaad zo een causaal verband kunnen vinden ooit, dat is wel voor onderzoeken in de toekomst.
00:31:48
Sharon Unsworth: Dat was het voor deze aflevering van Kletsheads. Ik wil Evelyn bedanken voor het fijne gesprek en voor haar geduld met alle internetproblemen die we hadden. In deze aflevering hoorden we dat bijna de helft van alle kinderen in Friesland opgroeien met Fries als moedertaal, dat er in de provincie niet alleen tweetalig maar ook drietalig onderwijs is en dat kinderen de overeenkomsten tussen het Fries en het Nederlands gebruiken om het Fries beter te begrijpen. Evelyn vertelde dat het inzetten van de thuistaal van meertalige kinderen om verbindingen te maken met het Nederlands niet alleen nuttig is voor kinderen die thuis Fries spreken, maar ook voor kinderen die thuis andere talen spreken. Wil je daar meer over weten? Luister dan naar aflevering drie van het tweede seizoen van Kletsheads, waar ik met een andere Friese inwoners spreek, Joana Duarte, over dit soort meertalige aanpak in het onderwijs, translanguaging heet dat. In deze aflevering hebben we ook gehoord hoe het mixen van twee talen deels bepaald wordt door de omgeving en ook door de taalvaardigheid van meertalige kinderen in hun twee talen. En mixen is dus zeker geen willekeurig mengelmoes. Wij zijn er weer over twee weken met een nieuwe aflevering waar ik je vertel over de resultaten van ons project over de impact van de lockdown op meertalige gezinnen. Taalgids Sterre is ook weer met dit keer als taal het Riffijns een Berbertaal uit Marokko en ik spreek met Toos Van Den Beuken over meertaligheid in de bibliotheek. Graag tot dan.
00:33:35
Sharon Unsworth: Wil je meer weten over Kletsheads? Ga dan naar http://www.kletsheadspodcast.nl. Daar vind je ook meer informatie over deze aflevering. Wil je geen aflevering missen? Abonneer je dan op Kletsheads via je favoriete podcast app. Kletsheads vind je ook op Facebook, Twitter, Insta en LinkedIn. Onze naam @kletsheadsNL. Ken je iemand die de podcast misschien leuk vindt en die ‘m nog niet kent, dan zou ik het heel fijn vinden als je hem zou delen. Bedankt voor het luisteren en graag tot de volgende keer.
Dit transcript is gegenereerd met behulp van amberscript.nl en gecheckt door Aniek Ebbinge.