Schermtijd, ouder-kind groepen & Pasjtoe [Transcript]

juli 15, 2022

00:00:09
Sharon Unsworth: Welkom bij Kletsheads. De podcast over meertalige kinderen. Mijn naam is Sharon Unsworth, taalwetenschapper aan de Radboud Universiteit Nijmegen en moeder van twee meertalige kinderen. Daar zijn we weer met een nieuwe aflevering van Kletsheads de laatste aflevering van dit seizoen. Hierna neemt Kletsheads een pauze. Hoe lang precies, weet ik nog niet. Maar als jij al ideeën hebt voor onderwerpen die je graag meer of juist minder over zou willen horen, laat het me weten. Dit kan via social media @kletsheadsnl via de website of door een mailtje te sturen naar kletsheads@ru.nl. En ik hoor ook graag wat je hebt gevonden van de nieuwe rubrieken dit seizoen. Heb je iets gehad aan de Kletsinkoppertjes? Wat vond je van de Taalgids, en Vers van de Pers? Wil je de Kletshead van de Week weer terug? Wil je überhaupt nog meer afleveringen en wil je ze ook twee keer in de maand of alleen één keer? Ik hoor het heel graag.

00:01:26
Sharon Unsworth: In deze aflevering horen we van Spaanstalige moeder Janette, over haar ervaringen als moeder van twee meertalige tieners. En ook over hoe zij samen met andere Spaanstalige moeders en ouder-kind groepen heeft opgericht om de ontwikkeling van hun kinderen te ondersteunen op het gebied van taal en cultuur. We horen ook de laatste aflevering van de Taalgids. Dit keer vertelt Sterre je meer over de Afghaanse taal, Pasjtoe. En Vers van de Pers vertel ik over een recent onderzoek dat vraagt of je schermtijd effectief kunt inzetten om de thuistaal ontwikkeling te bevorderen. Het antwoord hoor je zo. Door met de podcast.

00:02:13

De Taalgids

Sterre Leufkens: Hier ben ik weer, jullie Taalgids. Vandaag vertel ik jullie meer over het Pasjoe. Het Pasjtoe is één van de twee officiële talen van Afghanistan, de andere is Dari Perzisch. Naast deze twee talen worden er in Afghanistan nog meer talen gesproken en de meeste Afghanen zijn meertalig. Pasjtoe wordt ook nog in Pakistan gesproken. Het Pasjtoe is een Oost-Iraanse taal, net als het Perzisch en het Koerdisch bijvoorbeeld. Die talen zijn dus familie en ze lijken dus op elkaar, net als bijvoorbeeld Nederlands en Duits. Het zijn een soort zusjes. Pasjtoe is ook verre familie van het Nederlands. Wel echt verre familie hoor, een soort achter achternichtje. Er zijn dus gelijkenissen tussen het Nederlands en het Pasjtoe, maar daar moet je goed naar zoeken met je taalkundige bril op en dan zie je dat bijvoorbeeld het woord voor twee in het Pasjtoe, best een beetje lijkt op het Nederlandse woord twee. Het is namelijk:

Hamayun: Dwa.

Sterre Leufkens: Het woord voor moeder, lijkt ook een beetje op het Nederlands. Dat klinkt zo:

Hamayun: Mor.

Sterre Leufkens: En het woord voor naam is in het Pasjtoe:

Hamayun: Noem.

Sterre Leufkens: In Nederland wonen ruim 50.000 mensen met een Afghaanse achtergrond en het is niet duidelijk hoeveel van hen Pasjtoe spreken. Wereldwijd zijn er naar schatting tussen de 25 en 60 miljoen mensen die het Pasjtoe als eerste taal spreken. Het Pasjtoe is geen Arabische taal, maar het heeft wel veel Arabische leenwoorden en het gebruikt de Arabische schrifttekens. Net als het Arabisch schrijf je Pasjtoe van rechts naar links.

Sterre Leufkens: Het Pasjtoe heeft een heel lange en rijke literaire historie. Er is ontzettend veel mooie literatuur en poëzie geschreven in deze taal en de taal heeft ook veel mooie uitdrukkingen en zegswijze en ik ga een paar voorbeelden geven. De uitdrukking die je nu gaat horen betekent letterlijk: je kunt niet twee watermeloenen in één hand houden. Nou, je kunt al een beetje raden wat dat betekent. Het betekent zoiets als neem niet te veel hooi op je vork, en het klinkt in het Pasjtoe als volgt:

Hamayun: Dwa hendwany pa yewa laas ki na newal kegy

Sterre Leufkens: Een andere wijze les in het Pasjtoe is de volgende en het betekent wie respect geeft, die krijgt ook respect:

Hamayun: Izzat kawa izzat ba dey kegi

Sterre Leufkens: De volgende zegswijze die je gaat horen, betekent als je kamelen houdt moet je hoge deuren maken en daar wordt zoiets mee bedoeld als je moet de gevolgen van je handelen aanvaarden. In het Pasjtoe klinkt dat zo:

Hamayun: Ukhan che saate, darwaze ba dangy jorawy

Sterre Leufkens: Als je niet overtuigd bent dat al deze uitdrukkingen kloppen, dan heb ik nog een mooie Pasjtoe zin voor je. Dit betekent namelijk er is geen uitdrukking die niet waar is:

Hamayun: Dasi matal nashta chi rekhtia na we

Sterre Leufkens: In het Nederlands hebben tel woorden dus worden als één, twee, drie, vier altijd dezelfde vorm. Dus je zegt: twee mannen, twee vrouwen, twee boeken, twee tafels, altijd gewoon twee. In het Pasjtoe moet je ze soms vervoegen alsof het bijvoeglijke naamwoorden zijn. Het woord twee bijvoorbeeld heeft in het Pasjtoe een andere vorm. Wanneer je het gebruikt voor een mannelijk woord of voor een vrouwelijk woord. Luister maar, je hoort nu het Pasjtoe voor twee mannen:

Hamayun: dva saṛí.

Sterre Leufkens: En nu hoor je het Pasjtoe voor twee vrouwen en je hoort dat dat eerste woord het woord voor twee een beetje anders klinkt:

Hamayun: dve ṣédzi.

Sterre Leufkens: Je hoort het nu nog eens achter elkaar, twee mannen, dan twee vrouwen, luister maar naar het verschil:

Hamayun: dva saṛí. dve ṣédzi.

Sterre Leufkens: In het Pasjtoe bestaan speciale vormen van het werkwoord om situaties te beschrijven die ja niet echt zijn. Bijvoorbeeld als je het hebt over iets waar je naar verlangt in het Nederlands zeg je dan bijvoorbeeld: ik wil graag buitenspelen. Dan ben je dus niet echt aan het buitenspelen maar je stelt je voor hoe leuk dat zou zijn. Of als je zegt: ik kan goed tekenen, dan ben je niet echt op dat moment aan het tekenen, maar je vertelt over iets wat je zou kunnen doen. Voor zulke, niet echte situaties gebruik je in het Nederlands een extra werkwoord, bijvoorbeeld kunnen of willen, maar in het Pasjtoe verander je de vorm van het werkwoord zelf. Stel je gebruikt het werkwoord arriveren. Dat klinkt zo in het Pasjtoe:

Hamayun: rasedəl.

Sterre Leufkens: Als je nu wilt zeggen, kan arriveren, dan verander je de vorm van dat werkwoord en dat klinkt zo:

Hamayun: wə́rased(əl).

Sterre Leufkens: Je hoort ze nu nog eens na elkaar arriveren en kan arriveren:

Hamayun: rasedəl. wə́rased(əl)

Sterre Leufkens: wil je nu weer zelf een paar woordjes Pasjtoe leren? Daar komen ze. Eerst het woord voor hallo. Er zijn in het Pasjtoe verschillende manieren om hallo te zeggen. Je kunt bijvoorbeeld dit zeggen:

Hamayun: Goedemorgen:  Sahar pa pkhair. Sahar pa pkhair. Sahar pa pkhair. Goedenavond:  Masham pa khair. Masham pa khair. Masham pa khair. Goedenacht: Shpa pa khair. Shpa pa khair. Shpa pa khair.

Sterre Leufkens: Ook een manier om hallo te zeggen in het Pasjtoe, s als je letterlijk zegt dat je niet moe zult zijn, een soort wens en dat klinkt in het Pasjtoe zo:

Hamayun: Stә́ṛay mә́ še. Stә́ṛay mә́ še. Stә́ṛay mә́ še.

Sterre Leufkens: Het woord voor ja in het Pasjtoe, heel belangrijk, klinkt als volgt:

Hamayun: ho. Ho. Ho.

Sterre Leufkens: Het woord voor nee in het Pasjtoe:

Hamayun: Na. Na. Na.

Sterre Leufkens: Als je iemand wilt bedanken in het paste, dan zeg je:

Hamayun: Manana. Manana. Manana.

Sterre Leufkens: Laten we nu eens tellen in het Pasjtoe. Het getal één is:

Hamayun: Yew. Yew. Yew.

Sterre Leufkens: Het getal twee klinkt zo:

Hamayun: Dwa. Dwa. Dwa

Sterre Leufkens: En het getal drie is:

Hamayun: Dre. Dre. Dre.

Sterre Leufkens: Dus één, twee, drie, dat klinkt zo in het Pasjtoe:

Hamayun: Yew. Dwa. Dre.

Sterre Leufkens: En als laatste leer ik jullie hoe je afscheid kunt nemen in het Pasjtoe. Het woordje voor doei klinkt zo:

Hamayun: Makha kha. Makha kha. Makha kha.

Vers van de Pers

00:10:15
Sharon Unsworth: In Vers van de Pers vertel ik je over een recent verschenen onderzoek naar meertalige kinderen. Ik vat de belangrijkste bevindingen voor je samen en probeer deze ook naar de praktijk te vertalen. Dit keer hebben we het over een onderzoek uit Singapore, en dat onderzoek gaat over de invloed van multimedia op de taalontwikkeling van meertalige kinderen in hun twee talen. Met multimedia bedoelen we vooral schermtijd, dus tv-kijken of films kijken of het is op een dvd, of op Netflix, computerspelletjes, YouTube, het gebruik van apps op de tablet of smartphones, maar niet alleen schermtijd, ook ook het luisteren naar liedjes op cd’s of luisteren naar of lezen van digitale boeken waar je tegelijkertijd leest en luistert. Dat is ook wat we bedoelen met multimedia. Nou, veel onderzoek toont aan dat te veel schermtijd niet goed is voor de ontwikkeling van kinderen. Maar er zijn aanwijzingen dat in ieder geval bepaalde soorten multimedia, de taalontwikkeling van kinderen kunnen helpen en of we het nu leuk vinden of niet, beeldschermen maken van jongs af aan een groot deel uit van het leven van veel kinderen. Nou, voor meertalige gezinnen kan het gebruik van dergelijke multimedia een manier zijn om de hoeveelheid taalaanbod dat je kind krijgt in de thuistaal te vergroten. Het kan ook worden gebruikt om extra blootstelling aan het Nederlands te bieden als dat nodig is. Het onderzoek waar we het vandaag over hebben zoekt uit of dit daadwerkelijk helpt. Dus wat de onderzoekers wilde weten of input van multimedia een positief effect heeft op de taalontwikkeling van meertalige kinderen, of dit geldt voor beide talen en wat is belangrijker? Hoeveel input kinderen krijgen van bijvoorbeeld tv, apps, digitale boeken, enzovoort? Of of deze input van verschillende bronnen komt, dus bijvoorbeeld niet alleen tv, maar ook apps en digitale boeken. Zoals ik zei vond het onderzoek plaats in Singapore en het is uitgevoerd door Sabrina Sun He en Yin Bin.

00:12:35
Sharon Unsworth: Nou, misschien ben je niet bekend met de situatie wat betreft taalgebruik in Singapore. Singapore heeft vier officiële talen: het Engels, Mandarijn Chinees, Maleis en Tamil en het Engels overheerst op veel gebieden van het leven. Waaronder het onderwijs, bij de overheid, en wanneer leden van verschillende etnische groepen met elkaar willen communiceren en omdat het Engels overheerst, krijgen kinderen vaak een stuk minder taalaanbod in hun andere taal. In dit onderzoek ging het om kinderen die thuis Mandarijn Chinees als thuistaal hadden. Rond 200 kinderen hebben meegedaan aan het onderzoek en ze waren vier tot vijf jaar oud. De kinderen hebben drie taken gedaan. Twee om te kijken wat hun woordenschat was en één om hun grammaticale kennis te toetsen. Voor woordenschat werd gekeken niet alleen naar hoeveel verschillende woorden de kinderen kenden, de breedte van hun woordenschat heet dat, maar ook naar de diepte van hun woordenschat, dus hoeveel verschillende woorden ze over hetzelfde onderwerp kenden, dus bijvoorbeeld moesten ze zoveel mogelijk woorden noemen die met voedsel te maken hadden binnen een minuut En deze drie taken hebben ze in beide talen gedaan, dus zowel het Engels als het Chinees. De ouders deden ook mee en zij hebben een gedetailleerde vragenlijst ingevuld over de taalsituatie thuis, en dan met name over het aantal uren dat kinderen tv-keken, films keken, naar cd’s luisterden, digitale boeken lazen, computerspelletjes speelden, et cetera. En op basis van deze informatie hebben de onderzoekers kunnen uitrekenen hoeveel blootstelling kinderen hadden aan het Engels via multimedia en hoe divers deze blootstelling aan multimedia was. Dus kwam het van verschillende bronnen en dit deden ze ook voor het Chinees.

00:14:42
Sharon Unsworth: En wat hebben ze gevonden? Nou, ten eerste vonden ze dat de kinderen hoger scoorden op het Engels dan het Chinees, en dat komt overeen met eerder onderzoek dat deze groep van onderzoekers hebben gedaan en als het gaat om multimedia wordt ze vonden bij het Engels, was dat noch de hoeveelheid noch de diversiteit van belang was, dat wil zeggen dus dat geen van beide gerelateerd was aan de scores van kinderen in het Engels. Dit was anders voor het Chinees, en wat ertoe deed, was de diversiteit van de blootstelling aan multimedia in plaats van de hoeveelheid, met andere woorden het aantal verschillende bronnen van taalaanbod in het Chinees was belangrijker dan het aantal uren dat kinderen Chinees hoorden of gebruikten bij multimedia. Waarom zou dit zijn? Waarom zou blootstelling aan verschillende bronnen van belang zijn? Als je een taal hoort van allerlei verschillende bronnen, dan hoor je allerlei verschillende woorden en mogelijk ook verschillende grammaticale structuren, afhankelijk van welke bron, welke soort van multimedia je mee bezig bent en dit zijn dan misschien andere woorden en andere structuren dan normaal gesproken gebruikt zouden worden in dagelijkse gesprekken. Verschillende bronnen van de thuistaal dus zijn een mooie aanvulling op gesprekken die kinderen al voeren in die taal, bijvoorbeeld met ouders of broers en zussen. Het is ook zo zeggen de onderzoekers dat de mogelijkheid om een verhaal te zien en te horen naast het lezen, zoals in digitale boeken, kan helpen om de boodschap gemakkelijker te begrijpen. Iets dat bijvoorbeeld heel nuttig kan zijn voor kinderen met een wat zwakkere taalvaardigheid in de thuistaal. Waarom zou niet uitmaken hoeveel je bezig bent met multimedia? Sommige soorten schermtijd zijn gunstiger voor de taalontwikkeling van kinderen dan anderen. En de onderzoekers hadden geen controle over het soort multimedia waaraan kinderen werden blootgesteld, dus het is mogelijk dat de programma’s waarnaar sommige kinderen keken of de multimedia activiteiten waar ze mee bezig waren, niet ideaal waren, misschien te moeilijk in termen van hun taalvaardigheid of ongeschikt in termen van hun algemene ontwikkeling. Meer is dus niet noodzakelijkerwijs beter. De onderzoekers kwamen dus tot de conclusie dat het beter was om meer verschillende bronnen te hebben van taalaanbod in de thuistaal als het gaat om multimedia, maar zo onderzochten niet welke bronnen specifiek tot verbeteringen leiden, dus dat weten we uit dit onderzoek niet.

00:17:29
Sharon Unsworth: Wat kun je als ouder uit dit onderzoek leren? Nou, je kunt ervoor zorgen dat je kind verschillende bronnen van taalaanbod in de thuistaal krijgt, in dit geval dan voor verschillende soorten multimedia. Dit kan mogelijk een positief effect hebben op hun ontwikkeling in die taal. Dus denk niet alleen aan tv en films, maar ook bijvoorbeeld aan luisterboeken of digitale prentenboeken of het luisteren naar muziek of zelfs podcasts voor kinderen, die bestaan ook. Dit komt dus mooi overeen met één van de Kletsinkoppertjes die ik eerder dit seizoen met jullie heb gedeeld. Zoek één nieuwe bron van taalaanbod in de thuistaal of de taal waar je kind het meest nodig heeft.

00:18:12
Sharon Unsworth: Als leerkrachten of logopedist kun je ook dit als advies meegeven aan ouders, dus met ze kijken naar de diversiteit van de bronnen die ze hebben in de thuistaal, vooral als het gaat om multimedia. En kijken waar dit dan uitgebreid kan worden. Wil je meer weten over het onderzoek waar ik het vandaag over heb gehad? Kijk in de shownotes daar staat alle informatie en ook een link naar het artikel zelf. Dat kan je gaan lezen, dus als je dat graag zou willen.

00:18:44

Let’s Klets!

Janette Cabezas: Mijn naam is Janette. Ik woon sinds twaalf jaar in Utrecht. Ik ben met een Nederlander getrouwd en ik spreek Spaans met hem en mijn kinderen. Ik spreek Nederlands met mijn man als wij met andere Nederlanders praten.

Sharon Unsworth: Aha oké, dus, hij spreekt heel goed Spaans dan?

Janette Cabezas: Ja, heel goed, ja.

Sharon Unsworth: En wat spreekt hij met de kinderen?

Janette Cabezas: Nederlands.

Sharon Unsworth: Nederlands? Ja

Janette Cabezas: Altijd ja.

Sharon Unsworth: Ja en hoeveel kinderen heb je?

Janette Cabezas: Twee kinderen, van vijftien en tien jaar oud.

Sharon Unsworth: Oké, dus tieners. Gaat het goed met tieners?

Janette Cabezas: Ja, gaat goed, ja.

Sharon Unsworth: En hoe zit het thuis, want je zei ik spreek Spaans met mijn kinderen en mijn man spreekt Nederlands. Wij spreken onderling Spaans en soms ook Nederlands. Welke taal spreken de kinderen?

Janette Cabezas: Allebei, allebei ja, en met mij altijd Spaans en met papa altijd Nederlands, en van die manier gaat prima, ja.

Sharon Unsworth: Ja, dus je zei, ja, jij bent twaalf jaar in Nederland en je kinderen zijn tien en vijftien, dus de oudste is in Chili geboren. Of?

Janette Cabezas: Ja, we woonden eerst in Spanje, de eerste drie jaar, dus mijn oudste dochter hoorde meer Spaans dan de tweede. Dat is logisch dat ze kon meer Spaans spreken toen we hier kwamen.

Sharon Unsworth: Ja. En waarom hebben je besloten je kinderen meertalig op te voeden?

Janette Cabezas: Voor ons leek het altijd logisch om in ons eigen talen met onze eerste dochter te spreken.

Sharon Unsworth: Mhm.

Janette Cabezas: Maar we wisten niet zeker of dit ook het beste voor het kind is.

Sharon Unsworth: Aha.

Janette Cabezas: We hebben toen advies gevraagd aan specialisten in onze omgeving in zowel Chili als Nederland, zoals leerkracht en psycholoog, logopedist en psychopedagoog. Dat is een dat bestaat in Chili. Dat is een leerkracht, ja, die gespecialiseerd is in het psychologie van het leerproces.

Sharon Unsworth: Ah, oké.

Janette Cabezas: Ja, het algemene advies was dat elke ouder in zijn of haar moedertaal met de kinderen spreek, omdat ze zo beide talen goed kunnen leren.

Sharon Unsworth: Aha.

Janette Cabezas: En dat wij hierin consequent en constant moeten zijn en de mening van de specialisten heeft ons intuïtieve idee ondersteund. Toen hebben we bewust besloten om onze kinderen tweetalig op te voeden en onze best te doen. We we weten dat de taal heel belangrijk is voor de ontwikkeling van een kind.

Sharon Unsworth: Ja. Zeker, dus, je had de de intuïtie dat dat de manier was, maar je hebt wel allerlei informatie en advies ingewonnen om even te weten van is dit echt oké?

Janette Cabezas: Ja, precies ja.

Sharon Unsworth: Wat we, wat we willen doen. En hoe gaat het dan met hun meertaligheid, want je zei allebei spreken ze Spaans met jou, dus gaat het goed met het Nederlands ook?

Janette Cabezas: Ja, ja, op school gaat heel goed met beide dochters. Zij hebben altijd mooie cijfers gehad en en ik ben heel tevreden met de taalontwikkeling met beide dochters. Dat geeft uiteraard ook een relatie met mijn expectation maar bijvoorbeeld mijn oudste dochter kan goed begrijpen, spreken, lezen en schrijven in het Spaans en zij maakt af en toe spelfoutjes of kent een ingewikkeld woord niet. Maar ik, dat vind ik niet zo erg en met mijn jongste dochter gaat ook goed. Ze begrijp goed, spreek goed, lees en schrijf ook goed in een Spaans, op haar niveau, natuurlijk, en haar woordenschat groeit nog. Maar wat ik doe is dat ik vervolg dan het gesprek en vertaal het woord naar het Spaans.

Sharon Unsworth: Aha.

Janette Cabezas: En gebruik het een aantal keer, zodat ze het leert en van deze manier werkt goed met mijn kinderen.

Sharon Unsworth: Ja, ja, dat is een goeie tip. Dus als ze iets zeggen, of in het Nederlands of zo, dan kan jij het herhalen, vertalen naar het Spaans, en dat ook een paar keer zeggen om echt ja mooi aan te geven wat het woord is.

Janette Cabezas: Ja, oefenen altijd weer, ja,

Sharon Unsworth: Ja en is de meertaligheid van je kinderen veranderd in de loop van de tijd?

Janette Cabezas: Ja, en mijn oudste dochter, die vijftien jaar oud is, gaat gewoon haar Spaans verbeterd.

Sharon Unsworth: Ja?

Janette Cabezas: Ja, ja, ze krijgt nu ook Spaanse les op school, in de middelbare school en als ze dat wil, kan ze eerder haar eindexamen Spaans doen.

Sharon Unsworth: Ah, nou, dat is leuk. Ja, ja, is dat iets dat alle kinderen kunnen doen op de school van je dochter of heeft zij gewoon speciaal, omdat zij zo goed Spaans kon, besloten nou, ik wil ervoor zorgen dat ik Spaans kan.

Janette Cabezas: In de school van mijn dochter hebben een speciaal programma voor kinderen die al heel goed Spaans kunnen spreken. Aha dus ze gaan niet beginnen van het begin, zeg maar van nieuw, ze begin op een geavanceerde niveau. Daarom ken ze snel haar eindexamen Spaans doen.

Sharon Unsworth: Ja, ja, maar hoe komt dat dan? Zijn er zoveel Spaanstalige bij jullie op school? Ik heb daar nog nooit over gehoord zo zoiets.

Janette Cabezas: Wel is een grote school met vijf leerkrachten van het Spaans.

Sharon Unsworth: Wauw.

Janette Cabezas: En ja, het lijkt dat er zijn veel mensen geïnteresseerd om Spaans te leren.

Sharon Unsworth: Nou ja, is geen wonder, het is echt een één van de meest gesproken talen van de wereld.

Janette Cabezas: Ja, en wat wat ik ook mooi vind ook is dat het Spaans heel natuurlijk voor haar is en en ze vindt het ook leuk.

Sharon Unsworth: Ja, ja. Hoe hoe kijken de leerkrachten tegen de meertaligheid van je kinderen?

Janette Cabezas: De leerkrachten van de school van mijn dochters hebben altijd een positieve houding gehad tegenover de tweetaligheid van mijn kinderen. Ik herinner mij voor het eerste gesprek op school van onze oudste dochter was ik een beetje zenuwachtig, omdat ik niet wist wat de docent ervan zou vinden dat ik alleen in het Spaans met onze dochter spreek en of dit misschien niet goed voor haar leerproces zou zijn. Ook woonde ik nog maar zes maanden in Nederland en dat ik Nederlandse cursus volgde, kon ik nog weinig zeggen in het Nederlands. Maar de docent zei meteen dat het geen probleem was dat ik thuis Spaans spreek met onze dochter en met papa Nederlands spreek, en dat was een opluchting.

Sharon Unsworth: Ja, dat kan ik me voorstellen zeker als je zelf niet zo goed Nederlands kunt om zo’n gesprek aan te gaan.

Janette Cabezas: Ja precies, ik woonde alleen maar zes maanden in Nederland. En ik probeerde mijn best te doen om bij de eerste gesprek in het Nederlands te spreken. Ja, toen de juf vroeg me, ja, maar jouw Nederlands is niet goed, he. Maar hoe lang woon je hier in in Nederland? Zes maanden, zegt ze oh, dat is prima.

Sharon Unsworth: Ja.

Janette Cabezas: Ja, dat is prima, ja.

Sharon Unsworth: Heb je misschien tips voor leerkrachten hoe ze om moeten gaan met ouders die net aangekomen zijn en die misschien niet zo heel goed Nederlands kunnen?

Janette Cabezas: Wel, mijn ervaring was positief. Ja, dus ik weet niet hoe is het met andere scholen, maar bij de school van mijn dochters was heel positief. Ja.

Sharon Unsworth: En dus dus gewoon dat feit, aangeven, het is oké als je kinderen meertalig zijn. Maak je geen zorgen, soort dat geruststellend, dat werkte voor jou heel goed?

Janette Cabezas: Ja, ja.

Sharon Unsworth: En ik weet dat je, want zo heb ik jou gevraagd om gast te worden op de podcast. Ik weet dat je een ouder-kind groep hebt opgezet, samen met anderen, en ik ben benieuwd, want is dat iets nieuws? Of loopt het al een tijdje? Want je zei, ja, mijn kinderen zijn tieners. Lijkt mij niet iets voor tieners, een een ouder-kind groep, of begrijp ik het verkeerd? Dus vertel eens even wat, hoe ben je op het idee gekomen? Wat is het precies die groep?

Janette Cabezas: Wel, toen de kinderen hebben met de school begonnen, merkte ik dat haar Spaans een beetje naar beneden ging en het Nederlands omhoog. Toen dacht ik, ja, wat zou ik kunnen doen om dat ze verloren het, het Spaans, ja. En toen heb ik met anderen, met een paar moeders een beetje samengekomen en om in, gewoon in contact met andere mensen voordat ze kunnen Spaans horen. Ja, maar op een bepaalde moment dacht ik waarom niet een een groep voorbereiden met andere moeders die ook onze doelstellingen delen? Omdat ik hoorde regelmatig mensen uit verschillende landen op de straat Spaanse spreken. Elke jaar steeds meer aha, uit gesprekken met hen bleek dat dezelfde vragen ons bezig hielden. Ja, bijvoorbeeld hoe zorgen we ervoor dat ze bij ons meer thuis voelen in Nederland en hoe stimuleren wij het Spaans van bij onze kinderen, zodat het niet verloren gaat? En toen heb ik deze initiatieven opgericht, maar ik ging op onderzoek, ik sprak met logopedisten, psychologen en leerkrachten.

Sharon Unsworth: Aha.

Janette Cabezas: En ik maakte een plan en heb ik met de groep begonnen in januari van 2017, maar was bijna één jaar aan het voorbereiden. Ja, ja, alles te voorbereiden en we komen in samen in een buurtcentrum en wij, we gebruiken de methodologie spelenderwijs dus we gaan samen voorlezen, liedjes zingen, knutselen, dansen en vooral spelen en in het Spaans en we zijn moeders en kinderen, de dubbel van kinderen van verschillende nationaliteiten. De eerste jaar waren we zes moeders en de dubbel van kinderen, ja, de tweede jaar twaalf moeders en de twaalf met dubbel van kinderen tot achttien moeders. Een paar papa’s ook, maar de papa’s komen één, twee keer per jaar en of ze doen mee aan workshops. We hebben ook workshops georganiseerd. Zijn ook een paar moeders door de pandemie teruggegaan naar hun eigen landen. Maar we blij, we blijven nog een nog goeie aantal moeders en kinderen en we we zijn eigenlijk een soort te kleine gemeenschap.

Sharon Unsworth: Ja. Leuk en spelenderwijs? Dus dat is eigenlijk een een Nederlandse methode voor ja, om de taalontwikkeling te stimuleren bij jonge kinderen.

Janette Cabezas: Dat is een een een een pedagogische methodologie is, is dus algemeen. In het Spaans bestaat ook in Latijn Amerikaanse landen bestaat ook. Dat is jugando appriendo, dus spelenderwijs.

Sharon Unsworth: Aha.

Janette Cabezas: En dat is dat werkt heel goed met kinderen van peuters, kleuters en kinderen van van basisschool. Ja, om, dat is vooral spelen, ja en nog leuker als je doet dat met mama.

Sharon Unsworth: Ja, ja, ja, ja, absoluut. En heel praktisch, want ik denk zullen vast wel ouders zijn die luisteren en denken van hmm misschien moet ik ook zoiets gaan doen. Hoe vaak komen jullie bij elkaar, hoe organiseren jullie dat? Ik bedoel, is er altijd iemand die zegt oké, ik zorg dit keer voor het dansen? Hoe pakken jullie het aan?

Janette Cabezas: Ja, we zijn een groep vrijwilliger moeders, ja, dus ik organiseert elke bijeenkomst. Ja, onder een thema. Volgens een bepaalde thema, die dezelfde thema’s die op school staan, wel, nu is lente of passen. En sommige keren moeders zeggen ja, ik ga een boek voor lezen of ik heb een leuke idee om te knutselen en ik ga zorgen voor spelletjes. Maar wat gebeurt er ook? Is dat toen de oudste kinderen tieners werden.

Sharon Unsworth: Ja.

Janette Cabezas: Begonnen zelf om ook activiteiten regelen voor de kindertjes.

Sharon Unsworth: Oh, wat leuk!

Janette Cabezas: Dus bijvoorbeeld mijn oudste dochter met dertien-veertien jaar. Ze zeggen “mama, ik wil nu lezen voor de kleintjes”. Dus..

Sharon Unsworth: Wat leuk!

Janette Cabezas: Ja, of eh zij zegt, “ik ga helpen met knutselen aan aan de kleine kinderen”.

Sharon Unsworth: Ja, dus dat is, ik, want ik wou vragen, hoe pak je dat aan als kinderen ouder worden, maar je kunt ze natuurlijk ook inschakelen en vragen of ja, ze bieden zichzelf aan, blijkbaar om te helpen om om dingen te doen. Heb je misschien een tip voor ouders, als ze denken nou dit zou ik heel graag willen doen voor mijn taal, mijn cultuur, heb je iets geleerd, want je hebt het nu allemaal zelf uitgezocht en hoe je dat hebt gedaan. Heb je tips voor hoe je dat moet aanpakken of wat je juist niet moet doen als je zo’n groep wilt opstarten?

Janette Cabezas: Ik denk dat eerst moet de behoefte bestaan. Ik heb met deze initiatief begonnen omdat omdat ik had zelf de behoefte om het de Spaans van mijn kinderen te stimuleren en als je spreekt met andere ouders die ook dezelfde behoefte hebben, dan kun je misschien in gesprek gaan en kijken, hoe samen kunnen wij doen. En van die manier werkt, ja tenminste bij ons, bij onze cultuur vinden, de Latijnse culturen vinden ook leuk om samen te komen en en samen te eten en dansen en de muziek, dus we zijn heel sociaal, dus voor ons is leuk om te doen.

Sharon Unsworth: Ja, ja. Heb je financiën nodig of, want je zei we zitten in een buurthuis dus moet je daarvoor betalen? Hoe gaat dat?

Janette Cabezas: Nee, als je een community activiteit is, dat stimuleert de participatie in de samenleving dat dan krijg je een ruimte, grote zaal hebben we gratis. Maar als we gaan iets doen waarvoor we bijvoorbeeld wel iets verkopen of een feest organiseren en dat je moet een entree betalen, dat dan moet je de een zaal huren.

Sharon Unsworth: Ah, oké, dus omdat jullie voor de community bezig zijn, dan mag het gewoon.

Janette Cabezas: Ja.

Sharon Unsworth: Leuk en even terug te gaan naar je jouw eigen situatie, wat zijn de grootste uitdagingen voor jou, als ouder van een meertalige kind of twee meertalige kinderen, sorry?

Janette Cabezas: Dat is een goeie vraag.

Sharon Unsworth: Of misschien zijn er geen uitdagingen, ik weet het niet. Klinkt alsof het allemaal zo goed gaat.

Janette Cabezas: Ik denk dat het een grote uitdaging is. De hele werk is een

Sharon Unsworth: Meertalig opvoeden? Ja.

Janette Cabezas: Is is een grote uitdaging, vooral als je niet bekend bent met met die thema ja, maar zelf voor een leerkracht of een logopedist of een psycholoog of met de vereiste kennis is het een hele uitdaging. Dit werk vraagt heel veel van ouders. Als ouders moeten wij bijna noodzakelijk informatie zoeken, advies aan de specialisten vragen of soms zelf professionele hulp krijgen. Wij moeten ook creatief zijn.

Sharon Unsworth: Ja. Zeker.

Janette Cabezas: Initiatieven en activiteiten creëren of open zijn om in contact met andere ouders of specialisten te komen. We moeten ook consequent en constant zijn en op de hoogte blijven van ontwikkelingen op het gebied van meertaligheid. Afspraak maken met onze partners en de familieleden van de partner of met onze eigen familieleden ja en met de kinderen. We moeten ook afspraken maken met de kinderen en en dit is ook een leerproces voor ons als ouders. Ik vind dat prima om te doen, hè, maar ik kan me voorstellen dat iedere, niet iedereen het wil of kan doen. Ja.

Sharon Unsworth: Dus het is, kost veel moeite, maar je hebt er wat voor over.

Janette Cabezas: Ja, ja, dan zie je de resultaten, de goede resultaten in het ontwikkelen van het kind. Ja.

Sharon Unsworth: En waar ben je het meest trots op als het gaat om de meertaligheid van je kinderen?

Janette Cabezas: Ik ben trots op dat mijn dochters in het pa, in het Spaans kunnen begrijpen, spreken, lezen en schrijven en dat het voor hen heel natuurlijk en leuk is.

Sharon Unsworth: Ja. Leuk, hoe ziet de toekomstig uit dan voor hun?

Janette Cabezas: Mijn verwachtingen is dat ze Spaans blijven leren en genieten zoals tot nu toe en dat in de toekomst het Spaans, een een goed middel in hun leven kan zijn.

Sharon Unsworth: Ja mooi. Heb je een gouden tip voor andere ouders als het gaat om meertalige opvoeden?

Janette Cabezas: Als moeder, omdat ik ben geen specialist.

Sharon Unsworth: Ja, ja, nee, ja, je bent ervaringsdeskundige dat is ook heel belangrijk toch.

Janette Cabezas: Wel als moeder, ik, ik zou zeggen dat je moet een goede informatie vinden van serieuze specialisten, proberen op de hoogte blijven, kijken naar onze kinderen zoals ze zijn en niet zoals we willen dat ze zijn. En ook is belangrijk om te ontdekken wat het beste werkt met ieder kind, omdat elke kind is anders, ja en ook open te blijven staan om te leren en ook voor andere ouders, die hun kinderen graag tweetalig of meertalig willen opvoeden. Dat is altijd positief, omdat we kunnen aan elkaar ondersteunen. In er.. ervaringen, adviseren ook ja en meer precies tips. Misschien een boek? Boek voor ouders die willen graag begrijpen hoe werkt de meertaligheid van kinderen. Ik zou zeggen de het boek meertalig opvoeden van Marinella Orioni.

Sharon Unsworth: Ah, ja.

Janette Cabezas: Misschien, misschien, je kent het al?

Sharon Unsworth: Ja, we hebben die al een keer besproken op de podcast. Ja, maar dat vond je een goed boek?

Janette Cabezas: Ik vind het een goed, ja, duidelijk en ja leerzaam voor ouders, vooral.

Sharon Unsworth: Ja mooi.

Janette Cabezas: En Maria Louisa Para is ook een professor en onderzoeker aan de van de Universiteit in Howard. Zij is ge- gespecialiseerd in studies in het Spaans als erfgoedtaal, dus zij heeft goeie onderzoeken gedaan en wat meer? Ja, hier in Nederland misschien Montserrat Vidal, zij is een psycholoog gespecialiseerd in..

Sharon Unsworth: La Sabika taal.

Janette Cabezas: La Sabika Taal, in talenontwikkeling ja, dus dat is meer dichterbij.

Sharon Unsworth: Ja. Nou leuk, heel mooi tips. Dank je wel voor je tijd. Ik vond het heel leuk om met je te spreken.

Janette Cabezas: Dank jij voor de uitnodiging. Ik vond het heel leuk om te doen.

Sharon Unsworth: Nou, mooi.

00:40:22
Sharon Unsworth: Dat was het voor deze aflevering van Kletsheads. Ik wil Hamayun bedanken voor het inspreken van alle woorden en spreekwoorden in het Pasjtoe en natuurlijk ook dank aan onze Taalgids Sterre Leufkens, niet alleen voor haar bijdrage in deze aflevering, maar ook voor de andere zes talen waar ze ons laatste tijd over heeft verteld. Ik heb er zelf veel van geleerd en jullie hopelijk ook. Dit is ook een mooi moment om alle gasten te bedanken, Janette ook natuurlijk, die de tijd hebben genomen om hun expertise en ervaringen met ons te delen. Zonder jullie zou er geen podcast zijn. En natuurlijk dank aan jullie, de luisteraars, voor het luisteren. Het maken van de podcast kost me soms veel tijd, maar ik vind het heel leuk om te doen en zeker als ik hoor dat mensen iets opsteken van de inhoud, die ik met jullie deel en er zelfs ook van genieten. Zoals ik aan het begin van de aflevering zei, nemen wij nu even een pauze. Hoe lang precies weet ik nog niet, maar alle tips en suggesties voor een nieuw seizoen zijn welkom en zoals gezegd ben ik ook heel benieuwd naar jullie feedback op dit seizoen. Laat dat dus weten via de socials of door een mailtje te sturen. Wil je de podcast ondersteunen door middel van een klein bijdrage? Dan ga naar vriendvandeshow.nl/kletsheads. Dat stel ik zeer op prijs, want het maken van de podcast kost niet alleen tijd, maar ook geld. Voor nu, geniet van je zomer. Dank en tot ziens oftewel manana en stә́ṛay mә́ še.

00:42:17
Sharon Unsworth: Wil je meer weten over Kletsheads? Ga dan naar http://www.kletsheadspodcast.nl. Daar vind je ook meer informatie over deze aflevering. Wil je geen aflevering missen? Abonneer je dan op Kletsheads via je favoriete podcast app. Kletsheads vindt je ook op Facebook, Twitter, Insta en LinkedIn. Onze naam @kletsheadsNL. Ken je iemand die de podcast misschien leuk vindt en die hem nog niet kent? Dan zou ik het heel fijn vinden als je hem zou delen. Bedankt voor het luisteren en graag tot volgende keer.

Dit transcript is gegenereerd met behulp van amberscript.nl en gecheckt door Aniek Ebbinge.

Comments are closed.